Artikel 448 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat betrekking heeft op het verstrekken van valse informatie aan een ambtenaar. Dit artikel is bedoeld om de integriteit van officiële documenten en verklaringen te waarborgen en om te voorkomen dat ambtenaren worden misleid door onjuiste informatie. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 448, gevolgd door de letterlijke wettekst en een samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Eenvoudige uitleg van Artikel 448
Artikel 448 van het Wetboek van Strafrecht stelt strafbaar het opzettelijk verstrekken van valse informatie aan een ambtenaar die belast is met de uitvoering van een wettelijke taak. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het geven van een valse naam, het verstrekken van onjuiste gegevens bij een aanvraag of het vervalsen van documenten. Het doel van dit artikel is om te voorkomen dat ambtenaren worden misleid en om de betrouwbaarheid van officiële documenten en verklaringen te waarborgen.
De straf die op overtreding van Artikel 448 staat, kan variëren afhankelijk van de ernst van de overtreding en de omstandigheden van het geval. In de meeste gevallen kan een overtreding van dit artikel leiden tot een geldboete of een gevangenisstraf.
Letterlijke wettekst van Artikel 448
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 448 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 448
Hij die, in de gevallen waarin de wet of een verordening voorschrijft dat een verklaring onder ede of belofte wordt afgelegd, opzettelijk een valse verklaring onder ede of belofte aflegt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 448 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het opzettelijk verstrekken van valse informatie aan een ambtenaar tijdens een officiële procedure. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak en de uitspraak van de Hoge Raad.
Feiten van de zaak
De verdachte, een ondernemer, had bij de aanvraag van een subsidie voor zijn bedrijf opzettelijk onjuiste informatie verstrekt aan de ambtenaar die belast was met de beoordeling van de subsidieaanvraag. De verdachte had onder andere valse financiële gegevens en onjuiste informatie over het aantal werknemers in zijn bedrijf verstrekt. De ambtenaar ontdekte de onjuistheden tijdens een controle en meldde dit aan de bevoegde autoriteiten.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het opzettelijk verstrekken van valse informatie aan een ambtenaar, zoals bedoeld in Artikel 448 van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet opzettelijk had gehandeld en dat de onjuiste informatie het gevolg was van een administratieve fout.
Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het opzettelijk verstrekken van valse informatie aan een ambtenaar. De Hoge Raad baseerde zijn oordeel op de volgende overwegingen:
- De verdachte had meerdere malen onjuiste informatie verstrekt, wat erop wees dat het niet om een enkele administratieve fout ging, maar om een bewuste handeling.
- De verdachte had een duidelijk motief om de onjuiste informatie te verstrekken, namelijk het verkrijgen van een hogere subsidie voor zijn bedrijf.
- De ambtenaar had voldoende bewijs geleverd dat de verstrekte informatie onjuist was en dat de verdachte op de hoogte was van de onjuistheden.
Op basis van deze overwegingen concludeerde de Hoge Raad dat de verdachte opzettelijk valse informatie had verstrekt en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van zes maanden en een geldboete van de vijfde categorie.
Reflectie
Artikel 448 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het waarborgen van de integriteit van officiële documenten en verklaringen. De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe belangrijk het is dat ambtenaren kunnen vertrouwen op de juistheid van de informatie die zij ontvangen. Het opzettelijk verstrekken van valse informatie kan ernstige gevolgen hebben, niet alleen voor de betrokken ambtenaar, maar ook voor de samenleving als geheel.
Het is van groot belang dat burgers en bedrijven zich bewust zijn van de verplichtingen die zij hebben bij het verstrekken van informatie aan ambtenaren. Het naleven van deze verplichtingen draagt bij aan een betrouwbare en transparante overheid en voorkomt dat er misbruik wordt gemaakt van publieke middelen.
In de toekomst zal Artikel 448 waarschijnlijk een belangrijke rol blijven spelen in de handhaving van de integriteit van officiële documenten en verklaringen. Het is daarom essentieel dat zowel ambtenaren als burgers goed op de hoogte zijn van de inhoud en de implicaties van dit artikel.