Inleiding
Artikel 429bis van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk artikel dat betrekking heeft op de bescherming van dieren tegen mishandeling en verwaarlozing. Dit artikel is specifiek gericht op het voorkomen van dierenleed en het bestraffen van degenen die zich schuldig maken aan dergelijke handelingen. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 429bis inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 429bis
Artikel 429bis van het Wetboek van Strafrecht stelt dat het verboden is om dieren te mishandelen of te verwaarlozen. Dit betekent dat iedereen die verantwoordelijk is voor de zorg van een dier, ervoor moet zorgen dat het dier op een humane manier wordt behandeld en dat zijn basisbehoeften worden vervuld. Het artikel is bedoeld om dieren te beschermen tegen onnodig lijden en om ervoor te zorgen dat hun welzijn wordt gewaarborgd.
De wet stelt dat overtreding van dit artikel kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. Dit kan resulteren in boetes of zelfs gevangenisstraffen, afhankelijk van de ernst van de overtreding. Het doel van deze wetgeving is om een duidelijke boodschap af te geven dat dierenmishandeling en -verwaarlozing onacceptabel zijn en dat er serieuze consequenties zijn voor degenen die zich hieraan schuldig maken.
Letterlijke wettekst van Artikel 429bis
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 429bis van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 429bis
Hij die, hetzij opzettelijk, hetzij door schuld, een dier mishandelt of aan een dier de nodige verzorging onthoudt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 429bis een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een persoon vervolgd voor het mishandelen en verwaarlozen van meerdere honden. De verdachte had de honden in erbarmelijke omstandigheden gehouden, zonder voldoende voedsel, water of medische zorg. De honden waren ernstig vermagerd en vertoonden tekenen van fysieke mishandeling.
Feiten van de zaak
De politie ontving meerdere meldingen van buurtbewoners over de slechte toestand van de honden. Bij een huisbezoek troffen de agenten de honden aan in een vervuilde en ongezonde omgeving. De dieren waren duidelijk ondervoed en hadden verschillende verwondingen. De verdachte werd ter plaatse aangehouden en de honden werden in beslag genomen en overgebracht naar een dierenopvangcentrum.
Rechtsgang
De verdachte werd aangeklaagd voor het overtreden van Artikel 429bis van het Wetboek van Strafrecht. Tijdens de rechtszitting voerde de verdediging aan dat de verdachte niet opzettelijk had gehandeld en dat de slechte omstandigheden het gevolg waren van financiële problemen en persoonlijke omstandigheden. De verdediging betoogde dat de verdachte niet de intentie had om de dieren te mishandelen of te verwaarlozen.
Uitspraak
De rechtbank oordeelde echter dat de verdachte wel degelijk verantwoordelijk was voor de slechte toestand van de honden. De rechter stelde vast dat de verdachte, ondanks zijn persoonlijke omstandigheden, de plicht had om voor de dieren te zorgen en dat hij hierin ernstig tekort was geschoten. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte zowel opzettelijk als door schuld had gehandeld, zoals omschreven in Artikel 429bis.
De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden en een geldboete van de tweede categorie. Daarnaast werd hem een verbod opgelegd om gedurende vijf jaar dieren te houden. De rechter benadrukte in zijn uitspraak het belang van dierenwelzijn en de noodzaak om streng op te treden tegen dierenmishandeling en -verwaarlozing.
Samenvatting van de uitspraak
De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert de toepassing van Artikel 429bis van het Wetboek van Strafrecht in de praktijk. De verdachte werd veroordeeld voor het mishandelen en verwaarlozen van meerdere honden, ondanks zijn persoonlijke omstandigheden. De rechtbank legde een gevangenisstraf, een geldboete en een verbod op het houden van dieren op, waarmee een duidelijk signaal werd afgegeven dat dierenmishandeling en -verwaarlozing niet worden getolereerd.
Belang van Artikel 429bis
Artikel 429bis speelt een cruciale rol in de bescherming van dieren tegen mishandeling en verwaarlozing. Het artikel stelt duidelijke grenzen aan wat acceptabel is in de omgang met dieren en biedt een juridisch kader voor het bestraffen van overtredingen. Door strenge straffen op te leggen aan degenen die zich schuldig maken aan dierenmishandeling, draagt de wet bij aan het bevorderen van dierenwelzijn en het voorkomen van dierenleed.
Het is belangrijk dat zowel particulieren als professionals die met dieren werken, zich bewust zijn van de verplichtingen die Artikel 429bis met zich meebrengt. Dit omvat niet alleen het vermijden van actieve mishandeling, maar ook het zorgen voor de basisbehoeften van dieren, zoals voedsel, water, onderdak en medische zorg. Door deze verantwoordelijkheden serieus te nemen, kunnen we gezamenlijk bijdragen aan een samenleving waarin dieren met respect en zorg worden behandeld.
Conclusie
Artikel 429bis van het Wetboek van Strafrecht is een essentieel instrument in de strijd tegen dierenmishandeling en -verwaarlozing. Het artikel biedt een juridisch kader voor het bestraffen van degenen die zich schuldig maken aan dergelijke handelingen en draagt bij aan het bevorderen van dierenwelzijn. De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 toont aan hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en onderstreept het belang van strenge handhaving om dieren te beschermen tegen onnodig lijden. Door ons bewust te zijn van de verplichtingen die Artikel 429bis met zich meebrengt, kunnen we gezamenlijk werken aan een samenleving waarin dieren met respect en zorg worden behandeld.