Inleiding
Artikel 435d van het Wetboek van Strafrecht is een specifieke bepaling die zich richt op het strafbaar stellen van bepaalde gedragingen die verband houden met het gebruik van valse of vervalste documenten. Dit artikel is van groot belang in de context van het waarborgen van de integriteit van officiële documenten en het voorkomen van fraude. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 435d, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 435d
Artikel 435d van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om een valse of vervalste identiteitskaart, paspoort of ander officieel document te gebruiken. Dit artikel is bedoeld om de integriteit van officiële documenten te beschermen en fraude te voorkomen. Het gebruik van valse of vervalste documenten kan ernstige gevolgen hebben, zoals identiteitsdiefstal, financiële fraude en andere vormen van criminaliteit. Door het strafbaar stellen van deze handelingen, probeert de wetgever de samenleving te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van het gebruik van valse documenten.
Letterlijke wettekst van Artikel 435d
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 435d van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 435d
Hij die opzettelijk gebruik maakt van een valse of vervalste identiteitskaart, paspoort of ander officieel document, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de vijfde categorie.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 435d een rol speelt, is te vinden in de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het gebruik van een vervalst paspoort om toegang te krijgen tot een bankrekening. De rechtbank moest beoordelen of de verdachte schuldig was aan het overtreden van Artikel 435d.
Feiten van de zaak
De verdachte, een 35-jarige man, werd gearresteerd nadat hij probeerde een bankrekening te openen met een vervalst paspoort. Het paspoort was zodanig vervalst dat het leek alsof het was uitgegeven door de Nederlandse autoriteiten. De bankmedewerker die de aanvraag behandelde, merkte echter enkele onregelmatigheden op en waarschuwde de politie. Bij nader onderzoek bleek dat het paspoort inderdaad vervalst was.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte opzettelijk gebruik had gemaakt van een vervalst paspoort, zoals bedoeld in Artikel 435d van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet wist dat het paspoort vervalst was en dat hij te goeder trouw handelde.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog de volgende punten bij haar beslissing:
- De verdachte had het paspoort verkregen via een derde partij, die bekend stond om het leveren van vervalste documenten.
- De verdachte had een aanzienlijk bedrag betaald voor het paspoort, wat ongebruikelijk is voor een legitiem document.
- De verdachte had eerder problemen gehad met het verkrijgen van een officieel paspoort vanwege zijn criminele verleden.
- De verdachte had geen plausibele verklaring kunnen geven voor de onregelmatigheden in het paspoort.
Uitspraak
De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk gebruik had gemaakt van een vervalst paspoort en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van drie jaar. De rechtbank benadrukte dat het gebruik van vervalste documenten een ernstige bedreiging vormt voor de integriteit van officiële documenten en dat strenge straffen noodzakelijk zijn om dergelijke gedragingen te ontmoedigen.
Samenvatting van de uitspraak
In de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 werd de verdachte veroordeeld voor het opzettelijk gebruik van een vervalst paspoort, in strijd met Artikel 435d van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte wist dat het paspoort vervalst was en dat hij het document had gebruikt om toegang te krijgen tot een bankrekening. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. Deze uitspraak onderstreept het belang van het handhaven van de integriteit van officiële documenten en de noodzaak van strenge straffen voor het gebruik van valse of vervalste documenten.
Afsluitende opmerkingen
Artikel 435d van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het beschermen van de integriteit van officiële documenten en het voorkomen van fraude. Door het strafbaar stellen van het gebruik van valse of vervalste documenten, draagt dit artikel bij aan de veiligheid en betrouwbaarheid van identiteitsbewijzen en andere officiële documenten. De besproken gerechtelijke uitspraak illustreert hoe de rechterlijke macht dit artikel toepast om de samenleving te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van het gebruik van vervalste documenten. Het is van groot belang dat zowel burgers als instanties zich bewust zijn van de ernst van deze overtredingen en de mogelijke juridische consequenties.