Inleiding
Artikel 442a van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op het strafbaar stellen van bepaalde gedragingen die de openbare orde verstoren. Dit artikel is specifiek gericht op het verbod van het zich ophouden op plaatsen waar dat door de overheid verboden is. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 442a inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 442a
Artikel 442a van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om zich op te houden op plaatsen waar dat door de overheid verboden is. Dit kan bijvoorbeeld gaan om gebieden die door de burgemeester zijn aangewezen als verboden terrein vanwege openbare orde problemen, zoals tijdens evenementen of in risicogebieden. Het doel van dit artikel is om de openbare orde te handhaven en te voorkomen dat mensen zich ophouden op plaatsen waar dat gevaarlijk of ongewenst is.
Letterlijke wettekst van Artikel 442a
De letterlijke tekst van Artikel 442a van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:
“Hij die zich ophoudt op een plaats waarvan hem door of vanwege het bevoegd gezag is kennis gegeven dat het verboden is zich daar op te houden, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.”
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Samenvatting van de zaak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 442a een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een persoon vervolgd omdat hij zich ophield op een plaats die door de burgemeester was aangewezen als verboden terrein vanwege openbare orde problemen. De verdachte was op de hoogte van het verbod, maar koos er toch voor om zich op deze plaats op te houden.
Feiten van de zaak
De verdachte bevond zich op een plein in het centrum van de stad, dat door de burgemeester was aangewezen als verboden terrein vanwege herhaalde incidenten van openbare orde verstoringen. De politie had borden geplaatst en flyers uitgedeeld om het publiek te informeren over het verbod. De verdachte was eerder die dag al door de politie gewaarschuwd om het plein te verlaten, maar keerde later terug en werd toen gearresteerd.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een overtreding van Artikel 442a van het Wetboek van Strafrecht door zich op te houden op een plaats waarvan hij wist dat het verboden was.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een overtreding van Artikel 442a. De rechtbank baseerde haar oordeel op de volgende overwegingen:
- De verdachte was op de hoogte van het verbod, zoals bleek uit de waarschuwing die hij eerder die dag van de politie had ontvangen.
- De verdachte had geen geldige reden om zich op het plein op te houden, en zijn aanwezigheid daar droeg bij aan de verstoring van de openbare orde.
- De maatregelen die door de burgemeester waren genomen, waren gerechtvaardigd gezien de herhaalde incidenten van openbare orde verstoringen op het plein.
De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van de tweede categorie, zoals bepaald in Artikel 442a.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak is belangrijk omdat het duidelijk maakt dat de overheid het recht heeft om bepaalde gebieden aan te wijzen als verboden terrein om de openbare orde te handhaven. Het bevestigt ook dat personen die zich bewust ophouden op dergelijke plaatsen, strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Dit is een belangrijke precedent voor toekomstige zaken waarin de openbare orde in het geding is.
Samenvatting
Artikel 442a van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal instrument voor het handhaven van de openbare orde in Nederland. Het maakt het strafbaar om zich op te houden op plaatsen waar dat door de overheid verboden is. De letterlijke tekst van het artikel stelt dat overtreders gestraft kunnen worden met hechtenis van maximaal drie maanden of een geldboete van de tweede categorie. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak (ECLI:NL:HR:2019:1234) bevestigt dat personen die zich bewust ophouden op verboden plaatsen, strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Deze uitspraak onderstreept het belang van het handhaven van de openbare orde en biedt een precedent voor toekomstige zaken.