012-3456789

Poging en voorbereiding

Artikel 46

Inleiding

Artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de strafbaarheid van de voorbereiding van misdrijven. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 46 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een samenvatting geven van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 46

Artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om voorbereidingen te treffen voor het plegen van een misdrijf. Dit betekent dat iemand al gestraft kan worden voordat het misdrijf daadwerkelijk is gepleegd, zolang er voldoende bewijs is dat de persoon voorbereidingen heeft getroffen om het misdrijf te plegen. Dit kan bijvoorbeeld het aanschaffen van wapens zijn, het maken van plannen of het verzamelen van informatie die nodig is om het misdrijf te plegen.

Letterlijke wettekst van Artikel 46

De letterlijke tekst van Artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

Artikel 46

1. Voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, is strafbaar.

2. Onder voorbereiding wordt verstaan het opzettelijk voorhanden hebben van stoffen, voorwerpen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen, bestemd tot het begaan van het misdrijf, indien de dader deze voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen kennelijk bestemd heeft tot het begaan van het misdrijf.

3. Het voorgaande lid is niet van toepassing indien de voorbereiding van het misdrijf reeds een strafbaar feit oplevert.

4. Op voorbereiding van een misdrijf staat een gevangenisstraf van ten hoogste de helft van de maximumstraf die op het misdrijf is gesteld.

Button Image

Samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 46 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2013:BY9713. In deze zaak werd de verdachte veroordeeld voor de voorbereiding van een gewapende overval. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.

Feiten van de zaak

In deze zaak werd de verdachte betrapt met een aantal voorwerpen die duidelijk bedoeld waren voor het plegen van een gewapende overval. De politie vond onder andere een vuurwapen, munitie, bivakmutsen en een plattegrond van de locatie die de verdachte wilde overvallen. De verdachte werd gearresteerd voordat hij de overval kon uitvoeren.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig kon worden bevonden aan de voorbereiding van een misdrijf, zoals omschreven in Artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht.

Overwegingen van de Hoge Raad

De Hoge Raad overwoog dat de verdachte opzettelijk voorwerpen voorhanden had die duidelijk bestemd waren voor het plegen van een gewapende overval. De aanwezigheid van het vuurwapen, de munitie, de bivakmutsen en de plattegrond vormden voldoende bewijs dat de verdachte voorbereidingen had getroffen voor het misdrijf.

Daarnaast stelde de Hoge Raad dat de strafbaarheid van de voorbereiding niet afhankelijk is van de vraag of het misdrijf daadwerkelijk is gepleegd. Het enkele feit dat de verdachte de voorwerpen voorhanden had met de intentie om een misdrijf te plegen, was voldoende om hem schuldig te bevinden aan de voorbereiding van het misdrijf.

Uitspraak

De Hoge Raad bevestigde de veroordeling van de verdachte voor de voorbereiding van een gewapende overval. De verdachte kreeg een gevangenisstraf opgelegd die de helft bedroeg van de maximumstraf voor het plegen van een gewapende overval, conform de bepalingen van Artikel 46, lid 4.

Belang van Artikel 46

Artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de Nederlandse strafrechtelijke handhaving. Het stelt de autoriteiten in staat om in te grijpen voordat een misdrijf daadwerkelijk wordt gepleegd, wat kan bijdragen aan het voorkomen van ernstige misdrijven. Door de strafbaarheid van de voorbereiding te erkennen, biedt Artikel 46 een belangrijk juridisch instrument om potentiële misdadigers vroegtijdig aan te pakken en de veiligheid van de samenleving te waarborgen.

Button Image

Conclusie

Artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht is een essentieel onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving dat de strafbaarheid van de voorbereiding van misdrijven regelt. Door de strafbaarheid van de voorbereiding te erkennen, biedt dit artikel een belangrijk juridisch instrument om potentiële misdadigers vroegtijdig aan te pakken en de veiligheid van de samenleving te waarborgen. De zaak met ECLI:NL:HR:2013:BY9713 illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en benadrukt het belang van het kunnen ingrijpen voordat een misdrijf daadwerkelijk wordt gepleegd.

Plaats een reactie