012-3456789

Poging en voorbereiding

Artikel 46a

Inleiding

Artikel 46a van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de strafbaarheid van de voorbereiding van misdrijven. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 46a inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 46a

Artikel 46a van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om voorbereidingen te treffen voor het plegen van een misdrijf. Dit betekent dat iemand al gestraft kan worden voordat het misdrijf daadwerkelijk is gepleegd, zolang er voldoende bewijs is dat de persoon voorbereidingen heeft getroffen om het misdrijf te plegen. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat iemand materialen aanschaft die nodig zijn voor het misdrijf, plannen maakt of andere stappen onderneemt die duidelijk gericht zijn op het uitvoeren van het misdrijf.

Letterlijke wettekst van Artikel 46a

De letterlijke tekst van Artikel 46a van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

Artikel 46a

Voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, wordt gestraft met een derde van de straf die op het misdrijf is gesteld.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 46a een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2016:2454. In deze zaak werd de verdachte veroordeeld voor het voorbereiden van een gewapende overval. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.

Samenvatting van de uitspraak

In de zaak ECLI:NL:HR:2016:2454 stond de verdachte terecht voor het voorbereiden van een gewapende overval. De verdachte had samen met een medeplichtige plannen gemaakt om een juwelier te overvallen. Ze hadden onder andere een vuurwapen en bivakmutsen aangeschaft en de locatie van de juwelier verkend.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan de voorbereiding van een misdrijf zoals bedoeld in Artikel 46a van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank baseerde haar oordeel op de volgende punten:

  • De verdachte had een vuurwapen en bivakmutsen aangeschaft, wat duidelijk wijst op de intentie om een gewapende overval te plegen.
  • De verdachte had samen met zijn medeplichtige de locatie van de juwelier verkend, wat een verdere stap in de voorbereiding van het misdrijf aangeeft.
  • Er waren duidelijke plannen gemaakt voor de overval, inclusief een tijdstip en een manier om te ontsnappen.

De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van twee jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk. De rechtbank hield rekening met de ernst van de voorbereidingshandelingen en het gevaar dat deze handelingen met zich meebrachten voor de samenleving.

Belang van Artikel 46a

Artikel 46a speelt een cruciale rol in het Nederlandse strafrecht omdat het de autoriteiten in staat stelt om in te grijpen voordat een misdrijf daadwerkelijk wordt gepleegd. Dit kan helpen om ernstige misdrijven te voorkomen en de veiligheid van de samenleving te waarborgen. Door de strafbaarheid van voorbereidingshandelingen te erkennen, kunnen potentiële daders worden gestopt voordat ze hun plannen kunnen uitvoeren.

Button Image

Conclusie

Artikel 46a van het Wetboek van Strafrecht is een essentieel instrument in de strijd tegen ernstige misdrijven. Het stelt de autoriteiten in staat om in te grijpen op het moment dat er voldoende bewijs is van voorbereidingshandelingen, zelfs als het misdrijf zelf nog niet is gepleegd. De zaak met ECLI:NL:HR:2016:2454 illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en onderstreept het belang van het kunnen bestraffen van voorbereidingshandelingen om de veiligheid van de samenleving te waarborgen.

Plaats een reactie