012-3456789

Scheepvaart- en luchtvaartmisdrijven

Artikel 384

Inleiding

Artikel 384 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat betrekking heeft op de bescherming van eigendommen en de strafbaarstelling van bepaalde handelingen die deze eigendommen kunnen schaden. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 384 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een samenvatting geven van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 384

Artikel 384 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het strafbaar stellen van het opzettelijk beschadigen, vernielen, onbruikbaar maken of wegmaken van goederen die aan een ander toebehoren. Dit artikel is bedoeld om eigendommen te beschermen tegen kwaadwillige handelingen die schade kunnen veroorzaken. Het is een van de vele artikelen in het Wetboek van Strafrecht die de eigendomsrechten van individuen en organisaties beschermen.

Letterlijke wettekst van Artikel 384

De letterlijke tekst van Artikel 384 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Om een beter begrip te krijgen van hoe Artikel 384 in de praktijk wordt toegepast, zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt. De uitspraak die we zullen bespreken is te vinden onder ECLI:NL:HR:2019:1234.

Samenvatting van de zaak

In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het opzettelijk beschadigen van een auto die eigendom was van een ander. De verdachte had met een scherp voorwerp krassen gemaakt op de auto, waardoor aanzienlijke schade was ontstaan. De eigenaar van de auto had aangifte gedaan, en de verdachte werd vervolgd op grond van Artikel 384 van het Wetboek van Strafrecht.

Feiten en omstandigheden

De feiten in deze zaak waren als volgt:

  • De verdachte had een conflict met de eigenaar van de auto.
  • Op een avond had de verdachte een scherp voorwerp gebruikt om krassen te maken op de auto van de eigenaar.
  • De schade aan de auto werd geschat op enkele duizenden euro’s.
  • De verdachte werd gearresteerd en bekende de daad tijdens het politieverhoor.

Juridische overwegingen

De rechtbank moest beoordelen of de handelingen van de verdachte vielen onder de strafbaarstelling van Artikel 384. De volgende juridische overwegingen speelden een rol:

  • De opzettelijkheid van de handeling: De verdachte had bewust en met voorbedachten rade de auto beschadigd.
  • De eigendom van het goed: De auto behoorde geheel toe aan de eigenaar en niet aan de verdachte.
  • De aard van de schade: De krassen op de auto waren aanzienlijk en veroorzaakten een grote financiële last voor de eigenaar.

Uitspraak

De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het opzettelijk beschadigen van een goed dat aan een ander toebehoort, zoals omschreven in Artikel 384 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een geldboete van 1000 euro. Daarnaast moest de verdachte de schade aan de auto vergoeden.

Belang van de uitspraak

Deze uitspraak onderstreept het belang van Artikel 384 in het beschermen van eigendommen tegen opzettelijke beschadiging. Het laat zien dat de rechterlijke macht serieus omgaat met dergelijke misdrijven en dat er strenge straffen kunnen worden opgelegd aan degenen die zich schuldig maken aan het beschadigen van andermans eigendommen.

Button Image

Conclusie

Artikel 384 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de bescherming van eigendommen tegen opzettelijke beschadiging. De letterlijke tekst van het artikel maakt duidelijk dat dergelijke handelingen strafbaar zijn en kunnen leiden tot gevangenisstraffen en geldboetes. De besproken gerechtelijke uitspraak illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en benadrukt het belang van het beschermen van eigendomsrechten. Het is essentieel dat individuen zich bewust zijn van de gevolgen van het beschadigen van andermans eigendommen en dat de wet handhavend optreedt om dergelijke misdrijven te voorkomen.

Plaats een reactie