Inleiding
Artikel 387 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat betrekking heeft op de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. Dit artikel is specifiek gericht op het strafbaar stellen van seksuele handelingen met minderjarigen en het bevorderen van prostitutie van minderjarigen. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 387, gevolgd door de letterlijke wettekst en een samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 387
Artikel 387 van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om seksuele handelingen te verrichten met een minderjarige of om een minderjarige aan te zetten tot prostitutie. Dit artikel is bedoeld om minderjarigen te beschermen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. Het is een van de vele artikelen in het Wetboek van Strafrecht die gericht zijn op de bescherming van kwetsbare groepen in de samenleving.
Letterlijke wettekst van Artikel 387
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 387 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 387
Hij die een minderjarige van het mannelijk geslacht, die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, tot ontuchtig gedrag beweegt of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
Gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 387 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een verdachte beschuldigd van het verrichten van seksuele handelingen met een minderjarige en het bevorderen van prostitutie van een minderjarige. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak.
Feiten van de zaak
De verdachte, een man van 35 jaar, werd beschuldigd van het verrichten van seksuele handelingen met een minderjarige jongen van 15 jaar. Daarnaast werd de verdachte ervan beschuldigd de jongen te hebben aangezet tot prostitutie door hem in contact te brengen met klanten en hem te helpen bij het regelen van ontmoetingen. De verdachte ontkende de beschuldigingen en stelde dat hij niet wist dat de jongen minderjarig was.
Rechtsvraag
De centrale rechtsvraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het verrichten van seksuele handelingen met een minderjarige en het bevorderen van prostitutie van een minderjarige, zoals omschreven in Artikel 387 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog de volgende punten bij het beoordelen van de zaak:
- De leeftijd van het slachtoffer: Het slachtoffer was ten tijde van de gebeurtenissen 15 jaar oud, wat betekent dat hij onder de bescherming van Artikel 387 valt.
- De wetenschap van de verdachte: De rechtbank moest vaststellen of de verdachte wist of had kunnen weten dat het slachtoffer minderjarig was.
- De handelingen van de verdachte: De rechtbank beoordeelde of de verdachte daadwerkelijk seksuele handelingen had verricht met het slachtoffer en of hij het slachtoffer had aangezet tot prostitutie.
Uitspraak
De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte schuldig was aan beide beschuldigingen. De rechtbank baseerde haar oordeel op getuigenverklaringen, berichtenuitwisseling tussen de verdachte en het slachtoffer, en andere bewijsmaterialen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, en een geldboete van de vierde categorie.
Samenvatting
Artikel 387 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal artikel dat minderjarigen beschermt tegen seksuele uitbuiting en misbruik. Het maakt het strafbaar om seksuele handelingen te verrichten met minderjarigen en om minderjarigen aan te zetten tot prostitutie. In de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 werd een verdachte veroordeeld voor het verrichten van seksuele handelingen met een minderjarige en het bevorderen van prostitutie van een minderjarige. De rechtbank baseerde haar oordeel op verschillende bewijsmaterialen en veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf en een geldboete.
Belang van Artikel 387
Artikel 387 speelt een essentiële rol in de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting en misbruik. Het biedt een juridisch kader voor het vervolgen van personen die zich schuldig maken aan dergelijke misdrijven en draagt bij aan de veiligheid en welzijn van minderjarigen in de samenleving. Het is belangrijk dat dit artikel strikt wordt gehandhaafd om ervoor te zorgen dat minderjarigen worden beschermd tegen schadelijke en uitbuitende praktijken.