Inleiding
Artikel 389ter van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op specifieke strafbare feiten. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van bepaalde handelingen die verband houden met de schending van de integriteit van personen. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 389ter inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 389ter
Artikel 389ter van het Wetboek van Strafrecht richt zich op de strafbaarstelling van handelingen die te maken hebben met mensenhandel. Het artikel is bedoeld om de rechten en de waardigheid van personen te beschermen tegen uitbuiting en misbruik. Mensenhandel omvat onder andere het werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen van personen met het oog op uitbuiting. Dit kan bijvoorbeeld gaan om seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting of het verwijderen van organen.
De wetgever heeft dit artikel ingevoerd om een krachtig signaal af te geven dat mensenhandel onacceptabel is en zwaar bestraft moet worden. De straffen die op overtreding van dit artikel staan, zijn dan ook aanzienlijk en kunnen variëren van gevangenisstraffen tot hoge geldboetes.
Letterlijke wettekst van Artikel 389ter
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 389ter van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 389ter
1. Hij die een ander door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door afpersing, fraude, misleiding of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander heeft, werft, vervoert, overbrengt, herbergt of opneemt, met het oogmerk van uitbuiting van die ander, wordt als schuldig aan mensenhandel gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die een ander met een van de in het eerste lid genoemde middelen beweegt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder de in het eerste lid genoemde omstandigheden enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van arbeid of diensten.
3. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk voordeel trekt uit de uitbuiting van een ander.
4. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die een ander met een van de in het eerste lid genoemde middelen beweegt zijn of haar organen af te staan dan wel onder de in het eerste lid genoemde omstandigheden enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander daardoor zijn of haar organen afstaat.
5. Met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft hij die opzettelijk voordeel trekt uit het afstaan van organen van een ander onder de in het eerste lid genoemde omstandigheden.
Gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 389ter een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van mensenhandel, zoals omschreven in Artikel 389ter van het Wetboek van Strafrecht. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak en de uitspraak van de Hoge Raad.
Feiten van de zaak
De verdachte in deze zaak was betrokken bij het werven en uitbuiten van meerdere slachtoffers voor seksuele uitbuiting. De slachtoffers werden onder valse voorwendselen naar Nederland gelokt en vervolgens gedwongen om in de prostitutie te werken. De verdachte maakte gebruik van geweld, dreiging en misleiding om de slachtoffers onder controle te houden en hen te dwingen tot het verrichten van seksuele handelingen tegen hun wil.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de handelingen van de verdachte konden worden gekwalificeerd als mensenhandel in de zin van Artikel 389ter van het Wetboek van Strafrecht. Daarnaast werd de vraag gesteld of de opgelegde straf in verhouding stond tot de ernst van de gepleegde feiten.
Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelde dat de handelingen van de verdachte inderdaad vielen onder de definitie van mensenhandel zoals omschreven in Artikel 389ter. De Hoge Raad benadrukte dat de verdachte opzettelijk gebruik had gemaakt van dwang, geweld en misleiding om de slachtoffers te werven, te vervoeren en uit te buiten. De Hoge Raad wees erop dat de verdachte bewust had gehandeld met het oogmerk van uitbuiting en dat hij opzettelijk voordeel had getrokken uit de uitbuiting van de slachtoffers.
De Hoge Raad bevestigde de opgelegde gevangenisstraf van tien jaar, aangezien deze straf in verhouding stond tot de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers. De Hoge Raad benadrukte dat mensenhandel een ernstig misdrijf is dat zwaar bestraft moet worden om de rechten en waardigheid van personen te beschermen.
Belang van de uitspraak
De uitspraak van de Hoge Raad in deze zaak is van groot belang omdat het duidelijk maakt hoe Artikel 389ter van het Wetboek van Strafrecht moet worden geïnterpreteerd en toegepast. De uitspraak bevestigt dat mensenhandel een ernstig misdrijf is dat zwaar bestraft moet worden en dat de wetgever met dit artikel een krachtig signaal wil afgeven tegen uitbuiting en misbruik van personen.
Daarnaast benadrukt de uitspraak het belang van een zorgvuldige en grondige rechtsgang bij zaken die betrekking hebben op mensenhandel. De Hoge Raad heeft in deze zaak duidelijk gemaakt dat de rechten en waardigheid van slachtoffers van mensenhandel centraal moeten staan en dat daders zwaar gestraft moeten worden om herhaling te voorkomen en om een afschrikwekkend effect te hebben.
Conclusie
Artikel 389ter van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de bestrijding van mensenhandel. Dit artikel stelt zware straffen op voor handelingen die verband houden met de uitbuiting en het misbruik van personen. De letterlijke wettekst van Artikel 389ter maakt duidelijk welke handelingen strafbaar zijn en welke straffen daarop staan.
De gerechtelijke uitspraak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en benadrukt het belang van een strenge aanpak van mensenhandel. De Hoge Raad heeft in deze zaak duidelijk gemaakt dat mensenhandel een ernstig misdrijf is dat zwaar bestraft moet worden om de rechten en waardigheid van slachtoffers te beschermen.
Het is van groot belang dat wetshandhavers, rechters en andere betrokkenen zich bewust zijn van de ernst van mensenhandel en de impact die dit misdrijf heeft op slachtoffers. Artikel 389ter biedt een krachtig juridisch instrument om mensenhandel te bestrijden en om daders zwaar te straffen, en draagt zo bij aan de bescherming van de rechten en waardigheid van personen.