Artikel 400 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat betrekking heeft op de strafbaarstelling van bepaalde gedragingen. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 400 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een samenvatting geven van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Eenvoudige uitleg van Artikel 400
Artikel 400 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op de strafbaarstelling van het opzettelijk veroorzaken van een ontploffing. Dit artikel is van toepassing wanneer iemand opzettelijk een explosie veroorzaakt die gevaar oplevert voor goederen of personen. Het doel van dit artikel is om de samenleving te beschermen tegen de ernstige gevolgen van explosies, zoals schade aan eigendommen en letsel of dood van personen.
De wetgever heeft dit artikel opgenomen om ervoor te zorgen dat personen die dergelijke gevaarlijke handelingen verrichten, strafrechtelijk kunnen worden vervolgd en gestraft. De straffen die op grond van dit artikel kunnen worden opgelegd, variëren afhankelijk van de ernst van de gevolgen van de ontploffing.
Letterlijke wettekst van Artikel 400
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 400 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 400
Hij die opzettelijk een ontploffing teweegbrengt, wordt gestraft:
- met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
- met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
- met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan de dood van een ander te duchten is.
Samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 400 een rol speelt, is te vinden in de zaak met ECLI:NL:HR:2010:BL2823. In deze zaak werd de verdachte vervolgd voor het opzettelijk veroorzaken van een ontploffing die leidde tot de dood van een persoon. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak.
Feiten van de zaak
De verdachte had opzettelijk een explosief geplaatst in een woning met de bedoeling om een ontploffing te veroorzaken. De ontploffing vond plaats en leidde tot de dood van een persoon die zich op dat moment in de woning bevond. De verdachte werd gearresteerd en vervolgd op grond van Artikel 400 van het Wetboek van Strafrecht.
Rechtsvraag
De centrale rechtsvraag in deze zaak was of de verdachte opzettelijk de ontploffing had veroorzaakt en of hij zich daarmee schuldig had gemaakt aan de strafbare feiten zoals omschreven in Artikel 400, lid 3, van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de Hoge Raad
De Hoge Raad overwoog dat de verdachte opzettelijk handelde door het explosief te plaatsen en te laten ontploffen. De verdachte was zich bewust van de mogelijke gevolgen van zijn handelingen, namelijk dat de ontploffing levensgevaar voor anderen zou kunnen opleveren en zelfs de dood van een persoon zou kunnen veroorzaken.
De Hoge Raad benadrukte dat het opzet van de verdachte niet alleen gericht hoefde te zijn op het veroorzaken van de ontploffing, maar ook op de gevolgen daarvan. In dit geval was er voldoende bewijs dat de verdachte zich bewust was van de risico’s en de mogelijke dodelijke gevolgen van zijn handelingen.
Uitspraak
De Hoge Raad bevestigde de veroordeling van de verdachte op grond van Artikel 400, lid 3, van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd veroordeeld tot een langdurige gevangenisstraf vanwege het opzettelijk veroorzaken van een ontploffing die leidde tot de dood van een persoon.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak is van groot belang omdat het de reikwijdte en de toepassing van Artikel 400 van het Wetboek van Strafrecht verduidelijkt. Het bevestigt dat het opzet van de dader niet alleen gericht hoeft te zijn op de handeling zelf (het veroorzaken van de ontploffing), maar ook op de gevolgen daarvan (levensgevaar of de dood van een ander). Dit betekent dat personen die opzettelijk explosies veroorzaken en zich bewust zijn van de mogelijke ernstige gevolgen, strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de gevolgen van hun handelingen.
Samenvatting
Artikel 400 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat de strafbaarstelling van het opzettelijk veroorzaken van ontploffingen regelt. Dit artikel is bedoeld om de samenleving te beschermen tegen de ernstige gevolgen van explosies, zoals schade aan eigendommen en letsel of dood van personen. De straffen die op grond van dit artikel kunnen worden opgelegd, variëren afhankelijk van de ernst van de gevolgen van de ontploffing.
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak met betrekking tot Artikel 400 is de zaak met ECLI:NL:HR:2010:BL2823, waarin de Hoge Raad de veroordeling van een verdachte bevestigde die opzettelijk een ontploffing had veroorzaakt die leidde tot de dood van een persoon. Deze uitspraak verduidelijkt de reikwijdte en toepassing van Artikel 400 en bevestigt dat het opzet van de dader niet alleen gericht hoeft te zijn op de handeling zelf, maar ook op de gevolgen daarvan.
Het is van groot belang dat personen die opzettelijk explosies veroorzaken en zich bewust zijn van de mogelijke ernstige gevolgen, strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor hun handelingen. Artikel 400 speelt hierbij een cruciale rol in het waarborgen van de veiligheid en bescherming van de samenleving.