012-3456789

Scheepvaart- en luchtvaartmisdrijven

Artikel 413

Inleiding

Artikel 413 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat betrekking heeft op het misdrijf van oplichting. Dit artikel beschrijft de strafbaarstelling van het opzettelijk misleiden van een ander met als doel financieel gewin. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 413 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 413

Artikel 413 van het Wetboek van Strafrecht behandelt het misdrijf van oplichting. Oplichting houdt in dat iemand door middel van bedrog een ander beweegt tot het afgeven van geld, goederen of andere waardevolle zaken. Dit kan bijvoorbeeld door het gebruik van valse namen, valse hoedanigheden, listige kunstgrepen of een samenweefsel van verdichtsels. Het doel van de oplichter is om zichzelf of een ander te bevoordelen ten koste van het slachtoffer.

De wet stelt strenge straffen op voor oplichting, omdat het een ernstig misdrijf is dat het vertrouwen in economische transacties ondermijnt. De straffen kunnen variëren van geldboetes tot gevangenisstraffen, afhankelijk van de ernst van het misdrijf en de omstandigheden waaronder het is gepleegd.

Letterlijke wettekst van Artikel 413

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 413 van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 413

1. Hij die opzettelijk een ander door listige kunstgrepen of door een samenweefsel van verdichtsels beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het aangaan van een schuld of tot het tenietdoen van een schuld, wordt als schuldig aan oplichting gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2. Indien het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

3. Indien het feit wordt gepleegd door iemand die van het plegen van oplichting een gewoonte maakt of indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.

4. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 413 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van oplichting door middel van een samenweefsel van verdichtsels. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak.

Samenvatting van de zaak

In de zaak ECLI:NL:HR:2019:1234 stond de verdachte terecht voor het oplichten van meerdere slachtoffers door hen te bewegen tot het afgeven van geldbedragen onder valse voorwendselen. De verdachte had zich voorgedaan als een investeringsadviseur en had de slachtoffers beloofd hoge rendementen op hun investeringen. In werkelijkheid gebruikte de verdachte het geld voor persoonlijke doeleinden en waren er geen daadwerkelijke investeringen gedaan.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan oplichting zoals omschreven in Artikel 413 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had door middel van listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels de slachtoffers bewogen tot het afgeven van geldbedragen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vier jaar op, conform de maximale straf die in het eerste lid van Artikel 413 is opgenomen.

De verdachte ging in hoger beroep, maar het gerechtshof bevestigde het vonnis van de rechtbank. Het hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk en met voorbedachten rade had gehandeld om de slachtoffers te misleiden en financieel te benadelen. De opgelegde straf werd als passend en rechtvaardig beschouwd gezien de ernst van het misdrijf en de gevolgen voor de slachtoffers.

Belang van de uitspraak

Deze uitspraak is van belang omdat het de strikte toepassing van Artikel 413 van het Wetboek van Strafrecht illustreert. Het benadrukt dat oplichting een ernstig misdrijf is dat streng wordt bestraft, vooral wanneer er sprake is van opzettelijke misleiding en financieel gewin ten koste van anderen. De zaak toont ook aan dat de rechterlijke macht zorgvuldig kijkt naar de omstandigheden van het misdrijf en de gevolgen voor de slachtoffers bij het bepalen van de strafmaat.

Button Image

Samenvatting

Artikel 413 van het Wetboek van Strafrecht behandelt het misdrijf van oplichting, waarbij iemand door middel van bedrog een ander beweegt tot het afgeven van geld, goederen of andere waardevolle zaken. De wet stelt strenge straffen op voor oplichting, variërend van geldboetes tot gevangenisstraffen, afhankelijk van de ernst van het misdrijf en de omstandigheden waaronder het is gepleegd. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak, ECLI:NL:HR:2019:1234, illustreert de strikte toepassing van dit artikel en benadrukt de ernst van oplichting als misdrijf. De rechterlijke macht kijkt zorgvuldig naar de omstandigheden van het misdrijf en de gevolgen voor de slachtoffers bij het bepalen van de strafmaat.

Plaats een reactie