Inleiding
Artikel 472 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van bepaalde gedragingen die verband houden met het vervalsen van documenten en het gebruik van vervalste documenten. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 472 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 472
Artikel 472 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het strafbaar stellen van het vervalsen van documenten en het gebruik van vervalste documenten. Dit artikel is van toepassing op situaties waarin iemand opzettelijk een document vervalst of een vervalst document gebruikt met de bedoeling om anderen te misleiden. Het doel van dit artikel is om de integriteit van documenten te waarborgen en fraude te bestrijden.
Letterlijke wettekst van Artikel 472
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 472 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 472
Hij die opzettelijk een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, vervalst of vervalst doet voorkomen, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 472 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het vervalsen van een notariële akte en het gebruik van deze vervalste akte om een hypotheek te verkrijgen. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak.
Feiten van de zaak
De verdachte in deze zaak was een vastgoedhandelaar die een notariële akte had vervalst om een hypotheek te verkrijgen voor een pand dat hij wilde kopen. De verdachte had de handtekening van de notaris vervalst en de akte vervolgens gebruikt om de hypotheekaanvraag in te dienen bij de bank. De bank had op basis van de vervalste akte de hypotheek verstrekt.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het vervalsen van een document en het gebruik van een vervalst document zoals bedoeld in Artikel 472 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog dat de verdachte opzettelijk de handtekening van de notaris had vervalst en de vervalste akte had gebruikt om de hypotheek te verkrijgen. De rechtbank stelde vast dat de verdachte handelde met het oogmerk om de bank te misleiden en zichzelf financieel voordeel te verschaffen. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het vervalsen van een document en het gebruik van een vervalst document.
Uitspraak
De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, en een geldboete van €50.000. De rechtbank benadrukte in haar uitspraak het belang van de integriteit van documenten en de noodzaak om fraude te bestrijden.
Samenvatting
Artikel 472 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het waarborgen van de integriteit van documenten en het bestrijden van fraude. Dit artikel stelt het vervalsen van documenten en het gebruik van vervalste documenten strafbaar. In de besproken gerechtelijke uitspraak werd de verdachte veroordeeld voor het vervalsen van een notariële akte en het gebruik van deze vervalste akte om een hypotheek te verkrijgen. De rechtbank legde een gevangenisstraf en een geldboete op, waarmee zij het belang van de integriteit van documenten en de noodzaak om fraude te bestrijden onderstreepte.