012-3456789

Schending van geheimen

Artikel 273a

Inleiding

Artikel 273a van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de bestrijding van mensenhandel. Dit artikel is specifiek ontworpen om de verschillende vormen van uitbuiting en dwang die onder mensenhandel vallen, te bestrijden en te bestraffen. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 273a inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een cruciale rol speelde.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 273a

Artikel 273a van het Wetboek van Strafrecht is gericht op het strafbaar stellen van mensenhandel. Mensenhandel omvat verschillende vormen van uitbuiting, zoals seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting, en het verwijderen van organen. Het artikel stelt dat iedereen die zich schuldig maakt aan het werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen van een persoon met het oog op uitbuiting, strafbaar is. Dit geldt ook voor mensen die anderen dwingen of misleiden om zich in een situatie van uitbuiting te begeven.

Letterlijke wettekst van Artikel 273a

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 273a van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 273a
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft:
   a. hij die een ander door dwang, geweld of een andere feitelijkheid, door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door afpersing, fraude, misleiding of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander heeft, werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met het oogmerk van uitbuiting van die ander;
   b. hij die een ander werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt met het oogmerk die ander in een ander land te brengen en hem daar te brengen in een situatie van uitbuiting;
   c. hij die een ander met een van de in onderdeel a genoemde middelen dwingt of beweegt hem te bevoordelen uit de opbrengst van zijn seksuele handelingen met of voor een derde;
   d. hij die opzettelijk voordeel trekt uit de uitbuiting van een ander;
   e. hij die een ander met een van de in onderdeel a genoemde middelen dwingt of beweegt organen af te staan;
   f. hij die opzettelijk voordeel trekt uit de afgifte van organen van een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die afgifte onder een van de in onderdeel a genoemde omstandigheden heeft plaatsgevonden.
2. Met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft:
   a. hij die een ander vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt met het oogmerk die ander in een ander land te brengen en hem daar te brengen in een situatie van uitbuiting;
   b. hij die een ander met een van de in het eerste lid, onderdeel a, genoemde middelen dwingt of beweegt hem te bevoordelen uit de opbrengst van zijn seksuele handelingen met of voor een derde;
   c. hij die opzettelijk voordeel trekt uit de uitbuiting van een ander;
   d. hij die een ander met een van de in het eerste lid, onderdeel a, genoemde middelen dwingt of beweegt organen af te staan;
   e. hij die opzettelijk voordeel trekt uit de afgifte van organen van een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die afgifte onder een van de in het eerste lid, onderdeel a, genoemde omstandigheden heeft plaatsgevonden.
Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 273a een rol speelde, is de zaak met ECLI:NL:HR:2012:BW9262. Deze zaak betrof een verdachte die werd beschuldigd van mensenhandel door middel van seksuele uitbuiting. De Hoge Raad moest in deze zaak oordelen over de vraag of de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de strafbare feiten zoals omschreven in Artikel 273a.

Feiten van de zaak

De verdachte in deze zaak werd ervan beschuldigd meerdere vrouwen te hebben geworven en gedwongen om in de prostitutie te werken. De vrouwen werden onder valse voorwendselen naar Nederland gelokt en eenmaal hier aangekomen, werden ze onder dwang en bedreiging gedwongen om seksuele handelingen te verrichten voor de klanten van de verdachte. De verdachte maakte gebruik van geweld, dreiging met geweld en misleiding om de vrouwen in een situatie van uitbuiting te houden.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel zoals omschreven in Artikel 273a. De rechtbank baseerde haar oordeel op de getuigenverklaringen van de slachtoffers, die consistent en gedetailleerd waren over de wijze waarop zij door de verdachte waren uitgebuit. Daarnaast was er ondersteunend bewijs in de vorm van telefoongesprekken en sms-berichten waarin de verdachte de slachtoffers bedreigde en instrueerde.

Hoger beroep

De verdachte ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank. In hoger beroep voerde de verdachte aan dat de getuigenverklaringen onbetrouwbaar waren en dat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. Het gerechtshof oordeelde echter dat de verklaringen van de slachtoffers geloofwaardig waren en dat er voldoende ondersteunend bewijs was om de verdachte schuldig te bevinden aan mensenhandel.

Oordeel van de Hoge Raad

De verdachte ging vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad bevestigde de uitspraak van het gerechtshof en oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel zoals omschreven in Artikel 273a. De Hoge Raad benadrukte dat de verklaringen van de slachtoffers consistent en gedetailleerd waren en dat er voldoende ondersteunend bewijs was om de verdachte schuldig te bevinden.

Belang van de uitspraak

Deze uitspraak is van groot belang omdat het de reikwijdte en de toepassing van Artikel 273a verduidelijkt. Het bevestigt dat mensenhandel een ernstig misdrijf is dat zwaar bestraft wordt, en dat slachtoffers van mensenhandel beschermd worden door de wet. De uitspraak benadrukt ook het belang van consistente en gedetailleerde getuigenverklaringen in zaken van mensenhandel, evenals het belang van ondersteunend bewijs om een veroordeling te verkrijgen.

Button Image

Samenvatting

Artikel 273a van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de bestrijding van mensenhandel. Het artikel stelt verschillende vormen van uitbuiting strafbaar, waaronder seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting en het verwijderen van organen. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelde, is de zaak met ECLI:NL:HR:2012:BW9262, waarin de Hoge Raad oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel door middel van seksuele uitbuiting. Deze uitspraak benadrukt het belang van consistente en gedetailleerde getuigenverklaringen en ondersteunend bewijs in zaken van mensenhandel.

Plaats een reactie