012-3456789

https://libertycapitalgroup.com/cargo-van-financing/ Straffen

Artikel 13d

Inleiding

https://www.jcandalusians.com/insta-foal/ Artikel 13d van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen. Dit artikel speelt een cruciale rol in het waarborgen van de naleving van de wet door bedrijven en andere organisaties. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 13d, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 13d

Artikel 13d van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat een rechtspersoon, zoals een bedrijf of een organisatie, strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor strafbare feiten die door of namens de rechtspersoon zijn gepleegd. Dit betekent dat niet alleen individuen, maar ook organisaties verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor criminele activiteiten. Dit artikel is van groot belang omdat het ervoor zorgt dat bedrijven en andere rechtspersonen zich aan de wet houden en dat er consequenties zijn als zij dat niet doen.

Letterlijke wettekst van Artikel 13d

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 13d van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 13d

1. Indien een strafbaar feit wordt begaan door een rechtspersoon, kan de strafvervolging worden ingesteld en de straf of maatregel worden uitgesproken:

  • a. tegen die rechtspersoon;
  • b. tegen degenen die tot het feit opdracht hebben gegeven, alsmede tegen hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging;
  • c. tegen beiden.

2. Voor de toepassing van het vorige lid wordt met een rechtspersoon gelijkgesteld de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, de maatschap, de rederij en het doelvermogen.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 13d een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2016:733. In deze zaak werd een bedrijf vervolgd voor het overtreden van milieuwetgeving. De Hoge Raad moest oordelen over de vraag of het bedrijf als rechtspersoon strafrechtelijk aansprakelijk kon worden gesteld voor de illegale lozing van schadelijke stoffen in een rivier.

Feiten van de zaak

In deze zaak ging het om een chemisch bedrijf dat werd beschuldigd van het illegaal lozen van gevaarlijke stoffen in een nabijgelegen rivier. De lozingen hadden ernstige milieuschade veroorzaakt en waren in strijd met de geldende milieuwetgeving. Het Openbaar Ministerie besloot om zowel het bedrijf als de directeur strafrechtelijk te vervolgen op basis van Artikel 13d van het Wetboek van Strafrecht.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of het chemische bedrijf als rechtspersoon strafrechtelijk aansprakelijk kon worden gesteld voor de illegale lozingen, en of de directeur feitelijke leiding had gegeven aan de verboden gedragingen.

Oordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelde dat het chemische bedrijf inderdaad strafrechtelijk aansprakelijk kon worden gesteld voor de illegale lozingen. De Hoge Raad baseerde dit oordeel op de volgende overwegingen:

  • Het bedrijf had de lozingen niet voorkomen, ondanks dat het op de hoogte was van de schadelijke gevolgen.
  • De directeur had feitelijke leiding gegeven aan de verboden gedragingen door het lozingsbeleid van het bedrijf te bepalen en te handhaven.
  • Er was sprake van een structureel en systematisch karakter van de lozingen, wat duidde op een bewuste keuze van het bedrijf om de milieuwetgeving te overtreden.

Op basis van deze overwegingen bevestigde de Hoge Raad de strafrechtelijke aansprakelijkheid van zowel het bedrijf als de directeur. Het bedrijf werd veroordeeld tot een aanzienlijke boete, en de directeur kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf.

Samenvatting van de uitspraak

De zaak met ECLI:NL:HR:2016:733 illustreert de toepassing van Artikel 13d van het Wetboek van Strafrecht in de praktijk. In deze zaak werd een chemisch bedrijf strafrechtelijk aansprakelijk gesteld voor het illegaal lozen van gevaarlijke stoffen in een rivier, wat ernstige milieuschade veroorzaakte. De Hoge Raad oordeelde dat het bedrijf en de directeur verantwoordelijk waren voor de verboden gedragingen, en bevestigde de strafrechtelijke aansprakelijkheid van beide partijen. Deze uitspraak benadrukt het belang van Artikel 13d in het waarborgen van de naleving van de wet door rechtspersonen en het bestraffen van criminele activiteiten door bedrijven en hun leidinggevenden.

Button Image

Belang van Artikel 13d

Artikel 13d van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het Nederlandse strafrechtssysteem. Het stelt de wetgever in staat om niet alleen individuen, maar ook rechtspersonen verantwoordelijk te houden voor strafbare feiten. Dit is van groot belang voor de handhaving van de wet en het voorkomen van criminele activiteiten door bedrijven en andere organisaties. Door rechtspersonen strafrechtelijk aansprakelijk te stellen, wordt een belangrijke boodschap afgegeven dat niemand boven de wet staat, ongeacht de juridische vorm van de entiteit.

Conclusie

Artikel 13d van het Wetboek van Strafrecht is een essentieel instrument in de strijd tegen criminele activiteiten door rechtspersonen. Het stelt de wetgever in staat om bedrijven en andere organisaties verantwoordelijk te houden voor hun daden en zorgt ervoor dat er consequenties zijn voor het overtreden van de wet. De zaak met ECLI:NL:HR:2016:733 illustreert de toepassing van dit artikel in de praktijk en benadrukt het belang ervan in het waarborgen van de naleving van de wet door rechtspersonen. Door de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen te regelen, draagt Artikel 13d bij aan een rechtvaardige en eerlijke samenleving waarin iedereen zich aan de wet moet houden.

Plaats een reactie