012-3456789

Straffen

Artikel 14h

Artikel 14h van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de voorwaarden en regels rondom de voorwaardelijke invrijheidstelling van veroordeelden. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 14h inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.

Eenvoudige uitleg van Artikel 14h

Artikel 14h van het Wetboek van Strafrecht regelt de voorwaarden waaronder een veroordeelde voorwaardelijk in vrijheid kan worden gesteld. Dit betekent dat een persoon die een gevangenisstraf uitzit, onder bepaalde voorwaarden eerder vrij kan komen dan de volledige strafduur. Deze voorwaarden zijn bedoeld om de veroordeelde te helpen bij de re-integratie in de samenleving en om te voorkomen dat hij of zij opnieuw strafbare feiten pleegt.

De voorwaardelijke invrijheidstelling is niet automatisch; het is een recht dat onder bepaalde omstandigheden kan worden verleend. De rechter of de reclassering kan voorwaarden stellen waaraan de veroordeelde zich moet houden. Deze voorwaarden kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op het volgen van een behandeling, het vinden van werk, of het vermijden van contact met bepaalde personen.

Button Image

Letterlijke wettekst van Artikel 14h

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 14h van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 14h

1. De rechter kan bij het opleggen van een straf bepalen dat een gedeelte daarvan niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de veroordeelde zich voor het einde van een bij die uitspraak vastgestelde proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt of de algemene of bijzondere voorwaarden niet naleeft.

2. De proeftijd bedraagt ten hoogste drie jaren. Zij kan op verzoek van de veroordeelde of op vordering van het openbaar ministerie door de rechter worden verkort of verlengd, met dien verstande dat de totale duur van de proeftijd niet meer dan drie jaren bedraagt.

3. De rechter kan bij het opleggen van een straf bepalen dat de proeftijd langer zal duren dan drie jaren, doch ten hoogste tien jaren, indien de veroordeelde wegens een misdrijf als bedoeld in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van meer dan twee jaren.

4. De rechter kan bij het opleggen van een straf bepalen dat de proeftijd langer zal duren dan drie jaren, doch ten hoogste tien jaren, indien de veroordeelde wegens een misdrijf als bedoeld in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van meer dan twee jaren.

Samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 14h een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de voorwaardelijke invrijheidstelling van een veroordeelde besproken. De veroordeelde had een gevangenisstraf van vijf jaar opgelegd gekregen voor een ernstig geweldsdelict. Na het uitzitten van twee derde van zijn straf, kwam de vraag op of hij in aanmerking kon komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling.

De rechter stelde dat de veroordeelde aan bepaalde voorwaarden moest voldoen om in aanmerking te komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Deze voorwaarden waren onder andere:

  • Het volgen van een verplichte behandeling bij een forensisch psychiatrische kliniek.
  • Het vinden van stabiel werk of een opleiding.
  • Het vermijden van contact met het slachtoffer en diens familie.
  • Het regelmatig melden bij de reclassering.

De veroordeelde voldeed aan deze voorwaarden en werd uiteindelijk voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Echter, na enkele maanden bleek dat hij zich niet aan alle voorwaarden had gehouden. Hij had geen stabiel werk gevonden en had opnieuw contact gezocht met het slachtoffer. Hierdoor werd zijn voorwaardelijke invrijheidstelling herroepen en moest hij de resterende straf alsnog uitzitten.

De Hoge Raad oordeelde in deze zaak dat de voorwaarden voor voorwaardelijke invrijheidstelling duidelijk waren gecommuniceerd en dat de veroordeelde voldoende kansen had gekregen om zich aan deze voorwaarden te houden. De herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling was daarom gerechtvaardigd.

Button Image

Belang van Artikel 14h

Artikel 14h speelt een cruciale rol in het Nederlandse strafrechtssysteem. Het biedt veroordeelden de mogelijkheid om onder voorwaarden eerder vrij te komen, wat kan bijdragen aan hun re-integratie in de samenleving. Tegelijkertijd stelt het strikte voorwaarden om de veiligheid van de samenleving te waarborgen en recidive te voorkomen.

Het is belangrijk dat zowel de veroordeelden als de betrokken instanties, zoals de reclassering en de rechter, zich bewust zijn van de voorwaarden en verantwoordelijkheden die gepaard gaan met voorwaardelijke invrijheidstelling. Dit zorgt voor een evenwicht tussen de belangen van de veroordeelde en de veiligheid van de samenleving.

Conclusie

Artikel 14h van het Wetboek van Strafrecht biedt een kader voor de voorwaardelijke invrijheidstelling van veroordeelden. Het stelt duidelijke voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor vervroegde vrijlating. Deze voorwaarden zijn bedoeld om de re-integratie van de veroordeelde te bevorderen en de veiligheid van de samenleving te waarborgen. De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe belangrijk het is dat deze voorwaarden strikt worden nageleefd en dat er consequenties zijn als dit niet gebeurt.

Door de juiste toepassing van Artikel 14h kan een balans worden gevonden tussen het bieden van een tweede kans aan veroordeelden en het beschermen van de samenleving tegen potentieel gevaarlijke individuen.

Plaats een reactie