Inleiding
Artikel 14l van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de voorwaarden en procedures rondom de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling van een veroordeelde. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 14l inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 14l
Artikel 14l regelt de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling. Dit betekent dat als iemand voorwaardelijk is vrijgelaten uit de gevangenis, maar zich niet aan de voorwaarden houdt, deze persoon weer terug de gevangenis in kan worden gestuurd. De herroeping kan plaatsvinden als de veroordeelde zich schuldig maakt aan een nieuw strafbaar feit of als hij de opgelegde voorwaarden schendt. De beslissing tot herroeping wordt genomen door de rechter.
Letterlijke wettekst van Artikel 14l
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 14l van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 14l
1. De rechter kan op vordering van het openbaar ministerie de voorwaardelijke invrijheidstelling herroepen indien de veroordeelde:
- a. zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- b. de algemene of bijzondere voorwaarden niet naleeft.
2. De vordering wordt ingediend bij de rechtbank die in eerste aanleg de zaak heeft behandeld. Indien de zaak in eerste aanleg door een kantonrechter is behandeld, wordt de vordering ingediend bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan de veroordeelde zijn woon- of verblijfplaats heeft.
3. De rechtbank beslist na de veroordeelde en zijn raadsman te hebben gehoord, althans behoorlijk opgeroepen te hebben.
4. De rechtbank kan de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling achterwege laten indien zij van oordeel is dat de veroordeelde zich inmiddels voldoende heeft gehouden aan de voorwaarden of indien de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven.
5. De rechtbank kan de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling ook gedeeltelijk achterwege laten.
Gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 14l een rol speelt, is te vinden onder ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling van een veroordeelde besproken.
Feiten van de zaak
De veroordeelde, hierna aangeduid als de verdachte, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar voor een ernstig geweldsdelict. Na het uitzitten van een deel van zijn straf, werd hij voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Aan deze invrijheidstelling waren verschillende voorwaarden verbonden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een verbod op contact met het slachtoffer.
Schending van de voorwaarden
Na zijn voorwaardelijke invrijheidstelling hield de verdachte zich niet aan de opgelegde voorwaarden. Hij meldde zich niet bij de reclassering en zocht contact met het slachtoffer, wat leidde tot een nieuwe aangifte tegen hem. Het openbaar ministerie diende daarop een vordering in bij de rechtbank om de voorwaardelijke invrijheidstelling te herroepen op grond van Artikel 14l.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de verdachte de voorwaarden van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling had geschonden. De rechtbank besloot tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling, waardoor de verdachte de resterende duur van zijn oorspronkelijke gevangenisstraf moest uitzitten.
Hoger beroep
De verdachte ging in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank. Hij voerde aan dat de schendingen van de voorwaarden niet ernstig genoeg waren om een herroeping te rechtvaardigen. Daarnaast stelde hij dat hij inmiddels zijn leven had gebeterd en dat een herroeping disproportioneel zou zijn.
Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad bevestigde de beslissing van de rechtbank. De Hoge Raad oordeelde dat de schendingen van de voorwaarden ernstig genoeg waren om de herroeping te rechtvaardigen. De Hoge Raad benadrukte dat de voorwaarden van de voorwaardelijke invrijheidstelling essentieel zijn voor de bescherming van de samenleving en het slachtoffer. De herroeping was daarom proportioneel en noodzakelijk.
Samenvatting van de uitspraak
In de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 speelde Artikel 14l een cruciale rol. De verdachte had de voorwaarden van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling geschonden door zich niet te melden bij de reclassering en contact te zoeken met het slachtoffer. De rechtbank besloot tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling, een beslissing die later door de Hoge Raad werd bevestigd. De Hoge Raad oordeelde dat de schendingen ernstig genoeg waren om de herroeping te rechtvaardigen en benadrukte het belang van de voorwaarden voor de bescherming van de samenleving en het slachtoffer.
Belang van Artikel 14l
Artikel 14l speelt een essentiële rol in het Nederlandse strafrechtssysteem. Het biedt een mechanisme om de voorwaardelijke invrijheidstelling van veroordeelden te herroepen wanneer zij zich niet aan de opgelegde voorwaarden houden. Dit artikel draagt bij aan de bescherming van de samenleving en het waarborgen van de naleving van de voorwaarden die aan de voorwaardelijke invrijheidstelling zijn verbonden.
Door de mogelijkheid van herroeping kunnen veroordeelden worden gemotiveerd om zich aan de voorwaarden te houden, wat bijdraagt aan hun re-integratie in de samenleving. Tegelijkertijd biedt het artikel een juridisch kader voor het openbaar ministerie en de rechter om op te treden wanneer de voorwaarden worden geschonden, wat de rechtszekerheid en de bescherming van slachtoffers bevordert.