Inleiding
https://www.parroquiaclaret.org/?cat=2 Artikel 19 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de strafbaarheid van pogingen tot het plegen van een misdrijf. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 19 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een samenvatting geven van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 19
Clonazepam No Prescription Artikel 19 van het Wetboek van Strafrecht gaat over de strafbaarheid van pogingen tot het plegen van een misdrijf. Dit betekent dat niet alleen het daadwerkelijk plegen van een misdrijf strafbaar is, maar ook de poging daartoe. Een poging tot een misdrijf is strafbaar als de dader de intentie had om het misdrijf te plegen en handelingen heeft verricht die gericht zijn op de voltooiing van dat misdrijf. Het artikel is bedoeld om te voorkomen dat mensen ongestraft blijven als ze een misdrijf proberen te plegen, maar daarin niet slagen.
Letterlijke wettekst van Artikel 19
https://www.jcandalusians.com/stallions/ Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 19 van het Wetboek van Strafrecht:
Buy Klonopin Online Without Prescription Artikel 19
Clonazepam 2Mg Buy Online 1. Poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard.
https://saturnsisters.com/consultations/ 2. Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld, wordt bij poging met een derde verminderd.
https://www.jcandalusians.com/saphiro-offspring/ 3. De bijkomende straffen zijn dezelfde als op het voltooide misdrijf gesteld.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
https://galaprojectes.com/productos/ Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 19 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2010:BL2823. In deze zaak ging het om een poging tot moord. De verdachte had meerdere keren met een mes gestoken in de richting van het slachtoffer, maar het slachtoffer overleefde de aanval. De vraag was of de verdachte schuldig kon worden bevonden aan poging tot moord.
Feiten van de zaak
De verdachte had een conflict met het slachtoffer en besloot hem aan te vallen met een mes. Tijdens de aanval stak de verdachte meerdere keren in de richting van het slachtoffer, waarbij het slachtoffer gewond raakte maar niet dodelijk werd getroffen. De verdachte werd gearresteerd en aangeklaagd voor poging tot moord.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de handelingen van de verdachte konden worden aangemerkt als een begin van uitvoering van een moord, zoals bedoeld in Artikel 19 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de Hoge Raad
De Hoge Raad overwoog dat voor een poging tot moord vereist is dat de dader het voornemen had om het slachtoffer te doden en dat dit voornemen zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard. In deze zaak was er sprake van een duidelijk voornemen om het slachtoffer te doden, gezien de aard van de aanval en de gebruikte middelen (een mes). De handelingen van de verdachte, namelijk het meerdere keren steken in de richting van het slachtoffer, werden beschouwd als een begin van uitvoering van de moord.
Uitspraak
De Hoge Raad oordeelde dat de verdachte schuldig was aan poging tot moord. De handelingen van de verdachte voldeden aan de criteria van Artikel 19 van het Wetboek van Strafrecht, omdat er sprake was van een voornemen om het slachtoffer te doden en een begin van uitvoering van dat voornemen.
Samenvatting
Artikel 19 van het Wetboek van Strafrecht behandelt de strafbaarheid van pogingen tot het plegen van een misdrijf. Dit artikel stelt dat een poging strafbaar is wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard. Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld, wordt bij poging met een derde verminderd, terwijl de bijkomende straffen dezelfde zijn als op het voltooide misdrijf gesteld.
In de zaak met ECLI:NL:HR:2010:BL2823 werd de verdachte schuldig bevonden aan poging tot moord. De Hoge Raad oordeelde dat de handelingen van de verdachte, namelijk het meerdere keren steken in de richting van het slachtoffer, voldeden aan de criteria van Artikel 19. De verdachte had het voornemen om het slachtoffer te doden en zijn handelingen werden beschouwd als een begin van uitvoering van dat voornemen.
Conclusie
Artikel 19 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de Nederlandse strafwetgeving door de strafbaarheid van pogingen tot het plegen van een misdrijf te regelen. Dit artikel zorgt ervoor dat personen die een misdrijf proberen te plegen, maar daarin niet slagen, toch strafrechtelijk verantwoordelijk kunnen worden gehouden. De zaak met ECLI:NL:HR:2010:BL2823 illustreert hoe de Hoge Raad dit artikel toepast in de praktijk, waarbij de intentie en de handelingen van de verdachte centraal staan in de beoordeling van de strafbaarheid van een poging tot misdrijf.