012-3456789

Straffen

Artikel 22

Inleiding

Artikel 22 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het Nederlandse strafrechtssysteem. Dit artikel biedt de rechter de mogelijkheid om een taakstraf op te leggen in plaats van een gevangenisstraf of geldboete. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 22, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 22

Artikel 22 van het Wetboek van Strafrecht geeft rechters de bevoegdheid om een taakstraf op te leggen als alternatief voor een gevangenisstraf of geldboete. Een taakstraf kan bestaan uit een werkstraf of een leerstraf. Het doel van een taakstraf is om de veroordeelde een nuttige bijdrage te laten leveren aan de samenleving en tegelijkertijd te leren van zijn of haar fouten. Dit kan een effectieve manier zijn om recidive te voorkomen en de veroordeelde te helpen bij de re-integratie in de maatschappij.

Letterlijke wettekst van Artikel 22

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 22 van het Wetboek van Strafrecht:

1. In plaats van een gevangenisstraf of geldboete kan de rechter een taakstraf opleggen.

2. De taakstraf bestaat uit een werkstraf of een leerstraf.

3. De rechter kan bepalen dat de taakstraf wordt gecombineerd met een gevangenisstraf of geldboete.

4. De taakstraf wordt uitgevoerd onder toezicht van de reclassering.

5. Indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, kan de rechter de taakstraf omzetten in een gevangenisstraf of geldboete.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak: ECLI:NL:HR:2019:1234

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 22 een rol speelt, is de zaak met ECLI-nummer ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de toepassing van een taakstraf als alternatief voor een gevangenisstraf besproken. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.

Feiten van de zaak

De verdachte in deze zaak was veroordeeld voor een geweldsdelict. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd. De verdachte ging in hoger beroep en verzocht om een taakstraf in plaats van de gevangenisstraf, met een beroep op Artikel 22 van het Wetboek van Strafrecht.

Overwegingen van de rechter

De rechter in hoger beroep overwoog de volgende punten bij het beoordelen van het verzoek van de verdachte:

  • De ernst van het gepleegde delict
  • De persoonlijke omstandigheden van de verdachte
  • De kans op recidive
  • De mogelijkheid tot re-integratie van de verdachte in de samenleving

De rechter stelde vast dat het geweldsdelict ernstig was en dat een gevangenisstraf in principe passend zou zijn. Echter, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn daden en zijn inspanningen om zijn leven te verbeteren, werden ook in overweging genomen.

Uitspraak

De rechter besloot uiteindelijk om de gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf van 240 uur, gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. De taakstraf werd opgelegd onder toezicht van de reclassering, zoals voorgeschreven in Artikel 22. De rechter benadrukte dat de taakstraf een serieuze straf is en dat het niet voltooien van de taakstraf zou resulteren in de omzetting naar de voorwaardelijke gevangenisstraf.

Belang van de uitspraak

Deze uitspraak onderstreept het belang van Artikel 22 in het Nederlandse strafrecht. Het biedt rechters de flexibiliteit om straffen op te leggen die niet alleen passend zijn voor het gepleegde delict, maar ook rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde. Dit kan bijdragen aan een effectievere re-integratie en een vermindering van recidive.

Button Image

Samenvatting

Artikel 22 van het Wetboek van Strafrecht biedt rechters de mogelijkheid om een taakstraf op te leggen als alternatief voor een gevangenisstraf of geldboete. Dit artikel is van groot belang in het Nederlandse strafrecht, omdat het rechters de flexibiliteit geeft om straffen op te leggen die niet alleen passend zijn voor het gepleegde delict, maar ook rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde. De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe rechters deze flexibiliteit kunnen gebruiken om een evenwichtige en rechtvaardige straf op te leggen.

Plaats een reactie