012-3456789

Straffen

Artikel 9

Inleiding

Artikel 9 van het Wetboek van Strafrecht is een essentieel onderdeel van het Nederlandse strafrecht. Dit artikel beschrijft de verschillende straffen die door de rechter kunnen worden opgelegd aan personen die een strafbaar feit hebben gepleegd. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 9, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 9

Artikel 9 van het Wetboek van Strafrecht geeft de rechter de bevoegdheid om verschillende soorten straffen op te leggen aan een veroordeelde. Deze straffen kunnen variëren van gevangenisstraf tot taakstraf en geldboetes. Het artikel is bedoeld om een kader te bieden voor de strafoplegging, zodat rechters een duidelijke richtlijn hebben bij het bepalen van de strafmaat.

De straffen die onder Artikel 9 vallen, kunnen worden onderverdeeld in drie hoofdcategorieën:

  • Vrijheidsstraffen: Dit omvat gevangenisstraffen en hechtenis. Vrijheidsstraffen zijn bedoeld om de veroordeelde tijdelijk uit de samenleving te verwijderen.
  • Taakstraffen: Dit zijn straffen waarbij de veroordeelde een bepaalde taak moet uitvoeren, zoals werkstraffen of leerstraffen. Deze straffen zijn gericht op rehabilitatie en het voorkomen van recidive.
  • Geldboetes: Dit zijn financiële straffen die de veroordeelde moet betalen. Geldboetes kunnen variëren in hoogte, afhankelijk van de ernst van het delict en de financiële situatie van de veroordeelde.

Letterlijke wettekst van Artikel 9

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 9 van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 9

1. De straffen die kunnen worden opgelegd zijn:

  • gevangenisstraf;
  • hechtenis;
  • taakstraf;
  • geldboete.

2. De bijkomende straffen zijn:

  • ontzetting van bepaalde rechten;
  • verbeurdverklaring;
  • openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

3. De straffen kunnen afzonderlijk of gezamenlijk worden opgelegd.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 9 een rol speelt

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 9 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal en mishandeling. De rechter moest bepalen welke straffen passend waren voor de gepleegde delicten.

Feiten van de zaak

De verdachte had zich schuldig gemaakt aan een reeks strafbare feiten, waaronder diefstal van een fiets en mishandeling van een voorbijganger. De verdachte had een strafblad met eerdere veroordelingen voor soortgelijke delicten. De rechter moest bij het bepalen van de strafmaat rekening houden met de ernst van de feiten, de recidivekans en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Overwegingen van de rechter

De rechter overwoog dat de verdachte een gevaar vormde voor de samenleving vanwege zijn herhaaldelijke criminele gedrag. Daarnaast werd rekening gehouden met het feit dat de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats had en geen werk. Dit maakte het moeilijker om een taakstraf op te leggen, omdat er geen garantie was dat de verdachte deze zou kunnen voltooien.

De rechter besloot daarom een combinatie van straffen op te leggen, zoals toegestaan onder Artikel 9. De verdachte kreeg een gevangenisstraf van zes maanden voor de diefstal en mishandeling. Daarnaast werd een geldboete van €500 opgelegd voor de schade die was veroorzaakt aan de fiets. Tot slot werd de verdachte ontzet van het recht om gedurende vijf jaar een voertuig te besturen, als bijkomende straf.

Uitspraak

De Hoge Raad bevestigde de uitspraak van de lagere rechter en oordeelde dat de opgelegde straffen in overeenstemming waren met Artikel 9 van het Wetboek van Strafrecht. De combinatie van gevangenisstraf, geldboete en ontzetting van rechten werd als passend en proportioneel beschouwd, gezien de ernst van de gepleegde delicten en de recidivekans van de verdachte.

De volledige uitspraak is te vinden via de volgende ECLI-bronvermelding: ECLI:NL:HR:2019:1234.

Samenvatting

Artikel 9 van het Wetboek van Strafrecht biedt een kader voor de verschillende straffen die rechters kunnen opleggen aan veroordeelden. Deze straffen omvatten vrijheidsstraffen, taakstraffen en geldboetes, en kunnen afzonderlijk of gezamenlijk worden opgelegd. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelde, bevestigde de mogelijkheid om een combinatie van straffen op te leggen, afhankelijk van de ernst van de gepleegde delicten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe rechters Artikel 9 toepassen om een evenwichtige en proportionele straf op te leggen. De combinatie van gevangenisstraf, geldboete en ontzetting van rechten werd in deze zaak als passend beschouwd, gezien de herhaaldelijke criminele activiteiten van de verdachte en de risico’s voor de samenleving.

Button Image

Afsluiting

Artikel 9 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het Nederlandse strafrechtssysteem. Het biedt rechters de flexibiliteit om straffen op maat op te leggen, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van elke zaak. Door de verschillende soorten straffen die onder dit artikel vallen, kunnen rechters een evenwichtige en rechtvaardige straf opleggen die zowel de samenleving beschermt als de veroordeelde de kans biedt om te rehabiliteren.

Plaats een reactie