012-3456789

Uitsluiting en verhoging van strafbaarheid

Artikel 39

Inleiding

Artikel 39 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de strafuitsluitingsgrond van ontoerekeningsvatbaarheid. In eenvoudige termen betekent dit dat iemand niet strafbaar is als hij of zij een strafbaar feit heeft gepleegd terwijl hij of zij leed aan een psychische stoornis of een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens. Dit artikel is van groot belang in de rechtspraak, omdat het bepaalt onder welke omstandigheden iemand niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn of haar daden.

Button Image

Letterlijke Wettekst

De letterlijke tekst van Artikel 39 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

“Niet strafbaar is hij die een feit begaat, dat hem wegens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis zijner geestvermogens niet kan worden toegerekend.”

Uitleg en Toepassing

Artikel 39 is bedoeld om personen te beschermen die niet in staat zijn om hun daden te begrijpen of te controleren vanwege een psychische stoornis of een gebrekkige ontwikkeling van hun geestesvermogens. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij mensen met ernstige psychische aandoeningen zoals schizofrenie, bipolaire stoornis, of ernstige verstandelijke beperkingen.

Voorwaarden voor Toepassing

Om een beroep te kunnen doen op Artikel 39, moeten de volgende voorwaarden worden vervuld:

  • Er moet sprake zijn van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestesvermogens.
  • Er moet een causaal verband zijn tussen deze stoornis en het gepleegde strafbare feit.
  • De stoornis moet van dien aard zijn dat de dader niet in staat was om de wederrechtelijkheid van zijn handelen in te zien of zijn wil overeenkomstig dat inzicht te bepalen.

Diagnostiek en Bewijsvoering

De vaststelling van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestesvermogens vereist doorgaans een deskundigenonderzoek. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een psychiater of psycholoog, die een rapport opstelt over de geestelijke toestand van de verdachte. De rechter baseert zijn oordeel vaak op dit deskundigenrapport, maar is daar niet aan gebonden. De rechter kan ook andere bewijsmiddelen in overweging nemen.

Button Image

Gerechtelijke Uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 39 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2012:BW1472. In deze zaak ging het om een verdachte die werd beschuldigd van moord. De verdachte beriep zich op ontoerekeningsvatbaarheid vanwege een psychische stoornis.

Feiten van de Zaak

De verdachte had zijn partner om het leven gebracht. Tijdens het proces werd duidelijk dat de verdachte leed aan een ernstige psychische stoornis. Een deskundigenrapport bevestigde dat de verdachte ten tijde van het delict niet in staat was om de wederrechtelijkheid van zijn handelen in te zien of zijn wil overeenkomstig dat inzicht te bepalen.

Oordeel van de Rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de verdachte ontoerekeningsvatbaar was op grond van Artikel 39. De rechtbank baseerde haar oordeel op het deskundigenrapport en andere bewijsmiddelen die de psychische stoornis van de verdachte bevestigden. De verdachte werd daarom niet strafbaar geacht voor de moord.

Hoger Beroep en Cassatie

Het Openbaar Ministerie ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank. Het gerechtshof bevestigde echter het oordeel van de rechtbank en oordeelde eveneens dat de verdachte ontoerekeningsvatbaar was. Het Openbaar Ministerie stelde vervolgens cassatie in bij de Hoge Raad.

Oordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad bevestigde de uitspraken van de lagere rechters en oordeelde dat de verdachte inderdaad ontoerekeningsvatbaar was op grond van Artikel 39. De Hoge Raad benadrukte het belang van deskundigenrapporten bij de vaststelling van ontoerekeningsvatbaarheid en bevestigde dat de lagere rechters hun oordeel terecht hadden gebaseerd op het beschikbare bewijsmateriaal.

Samenvatting

Artikel 39 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de Nederlandse strafrechtspraak door te bepalen onder welke omstandigheden iemand niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn of haar daden vanwege een psychische stoornis of een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens. De toepassing van dit artikel vereist een grondig deskundigenonderzoek en een zorgvuldige beoordeling door de rechter. De zaak met ECLI:NL:HR:2012:BW1472 illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en benadrukt het belang van deskundigenrapporten bij de vaststelling van ontoerekeningsvatbaarheid.

Plaats een reactie