Inleiding
Artikel 39septies van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk artikel dat betrekking heeft op de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen. Dit artikel speelt een cruciale rol in het Nederlandse strafrechtssysteem, vooral in zaken waar bedrijven of andere rechtspersonen betrokken zijn bij strafbare feiten. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 39septies, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 39septies
Artikel 39septies van het Wetboek van Strafrecht bepaalt onder welke omstandigheden een rechtspersoon, zoals een bedrijf of een organisatie, strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor strafbare feiten. Dit betekent dat niet alleen natuurlijke personen (individuen) maar ook rechtspersonen verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor misdrijven en overtredingen. Het artikel legt uit hoe de handelingen van natuurlijke personen binnen een rechtspersoon kunnen leiden tot strafrechtelijke aansprakelijkheid van de rechtspersoon zelf.
Letterlijke wettekst van Artikel 39septies
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 39septies van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 39septies
1. Een rechtspersoon kan strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor een strafbaar feit dat is begaan door een natuurlijke persoon die, hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking, hetzij uit andere hoofde, werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon, indien het feit in de sfeer van de rechtspersoon heeft plaatsgevonden.
2. Het feit wordt in de sfeer van de rechtspersoon geacht te zijn gepleegd indien het gaat om een handelen of nalaten van een natuurlijke persoon dat redelijkerwijs aan de rechtspersoon kan worden toegerekend.
3. Bij de beoordeling of een feit redelijkerwijs aan de rechtspersoon kan worden toegerekend, wordt onder meer gelet op:
- de aard van de gedraging;
- de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden;
- de normale bedrijfsvoering binnen de rechtspersoon;
- de mate van zeggenschap die de rechtspersoon had over de gedraging;
- de mate waarin de gedraging door de rechtspersoon is aanvaard of getolereerd.
Gerechtelijke uitspraak: ECLI:NL:HR:2016:733
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 39septies een rol speelt, is de zaak met ECLI-nummer ECLI:NL:HR:2016:733. Deze zaak betrof de strafrechtelijke aansprakelijkheid van een rechtspersoon voor een milieudelict. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak en de uitspraak van de Hoge Raad.
Feiten van de zaak
In deze zaak werd een bedrijf vervolgd voor het illegaal lozen van chemisch afval in een rivier. De lozing werd uitgevoerd door een werknemer van het bedrijf, die handelde in strijd met de interne richtlijnen en zonder toestemming van de leidinggevenden. De vraag was of het bedrijf als rechtspersoon strafrechtelijk aansprakelijk kon worden gesteld voor de handelingen van de werknemer.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de handelingen van de werknemer in de sfeer van de rechtspersoon hadden plaatsgevonden. De rechtbank baseerde dit oordeel op de volgende overwegingen:
- De werknemer handelde tijdens werktijd en gebruikte bedrijfsmiddelen voor de lozing.
- De gedraging vond plaats binnen de normale bedrijfsvoering van het bedrijf.
- Het bedrijf had onvoldoende toezicht gehouden op de naleving van milieuregels door haar werknemers.
- De gedraging werd door het bedrijf getolereerd, aangezien er geen adequate maatregelen waren genomen om dergelijke handelingen te voorkomen.
Oordeel van de Hoge Raad
De Hoge Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank en stelde dat het bedrijf strafrechtelijk aansprakelijk was voor de illegale lozing van chemisch afval. De Hoge Raad benadrukte dat de handelingen van de werknemer redelijkerwijs aan de rechtspersoon konden worden toegerekend, omdat:
- De werknemer handelde binnen de context van zijn dienstbetrekking.
- De gedraging plaatsvond binnen de normale bedrijfsvoering van het bedrijf.
- Het bedrijf onvoldoende maatregelen had genomen om dergelijke handelingen te voorkomen.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak is van groot belang omdat het duidelijk maakt onder welke omstandigheden een rechtspersoon strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de handelingen van haar werknemers. Het bevestigt dat bedrijven en andere organisaties verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor strafbare feiten die plaatsvinden binnen hun sfeer, zelfs als deze handelingen in strijd zijn met interne richtlijnen of zonder toestemming van leidinggevenden worden uitgevoerd.
Conclusie
Artikel 39septies van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het Nederlandse strafrechtssysteem door de mogelijkheid te bieden om rechtspersonen strafrechtelijk aansprakelijk te stellen voor strafbare feiten. De zaak met ECLI:NL:HR:2016:733 illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en onderstreept het belang van adequate interne controles en naleving van wet- en regelgeving door bedrijven. Het is essentieel voor rechtspersonen om zich bewust te zijn van hun mogelijke strafrechtelijke aansprakelijkheid en om passende maatregelen te nemen om strafbare feiten te voorkomen.