012-3456789

https://pecuvi.com/category/press-and-media/ Uitsluiting en verhoging van strafbaarheid

Artikel 39ter

https://www.capfaa.org/18811-2/

https://libertycapitalgroup.com/contact-us/ Artikel 39ter van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de strafuitsluitingsgrond van psychische overmacht, een concept dat in bepaalde gevallen kan leiden tot vrijspraak of strafvermindering voor een verdachte. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 39ter inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Eenvoudige uitleg van Artikel 39ter

Artikel 39ter van het Wetboek van Strafrecht biedt een juridische basis voor het niet-strafbaar verklaren van een persoon die een strafbaar feit heeft gepleegd onder invloed van psychische overmacht. Psychische overmacht houdt in dat iemand door een externe, onweerstaanbare drang wordt gedwongen om een strafbaar feit te plegen. Deze drang moet zo sterk zijn dat de persoon in kwestie redelijkerwijs geen andere keuze had dan het plegen van het strafbare feit.

De toepassing van Artikel 39ter is strikt en vereist een grondige beoordeling van de omstandigheden waaronder het strafbare feit is gepleegd. De rechter moet vaststellen dat de psychische overmacht daadwerkelijk aanwezig was en dat deze overmacht de enige redelijke verklaring is voor het gedrag van de verdachte. Dit betekent dat niet elke vorm van psychische druk of stress voldoende is om een beroep op Artikel 39ter te rechtvaardigen.

Button Image

Letterlijke wettekst van Artikel 39ter

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 39ter van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 39ter: Niet strafbaar is hij die een feit begaat waartoe hij door een van buiten komende drang waaraan hij redelijkerwijs geen weerstand kon en behoefde te bieden, is gedrongen.

Belangrijke gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 39ter een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2012:BW1474. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het plegen van een strafbaar feit onder invloed van psychische overmacht. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak en de uitspraak van de Hoge Raad.

Samenvatting van de zaak

In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het plegen van een gewelddadige overval. De verdachte voerde aan dat hij handelde onder invloed van psychische overmacht, veroorzaakt door ernstige bedreigingen van een derde partij. Deze derde partij zou de verdachte hebben gedwongen om de overval te plegen door hem en zijn familie met geweld te bedreigen.

De rechtbank en het gerechtshof beoordeelden de zaak en kwamen tot de conclusie dat de verdachte inderdaad onder aanzienlijke druk stond. Echter, zij oordeelden dat de verdachte niet aannemelijk had gemaakt dat hij redelijkerwijs geen andere keuze had dan het plegen van de overval. De verdachte werd daarom schuldig bevonden en veroordeeld.

De verdachte ging in cassatie bij de Hoge Raad, waarbij hij opnieuw een beroep deed op Artikel 39ter. De Hoge Raad moest beoordelen of de lagere rechters terecht hadden geoordeeld dat de verdachte geen beroep kon doen op psychische overmacht.

Uitspraak van de Hoge Raad

De Hoge Raad bevestigde de uitspraken van de lagere rechters. In haar oordeel benadrukte de Hoge Raad dat voor een geslaagd beroep op psychische overmacht de drang waaraan de verdachte was blootgesteld, van zodanige aard moet zijn dat hij redelijkerwijs geen weerstand kon en behoefde te bieden. De Hoge Raad oordeelde dat de verdachte onvoldoende had aangetoond dat de dreiging van de derde partij zo ernstig en onmiddellijk was dat hij geen andere keuze had dan het plegen van de overval.

De Hoge Raad wees erop dat de verdachte in de periode voorafgaand aan de overval meerdere mogelijkheden had gehad om hulp te zoeken of de autoriteiten in te schakelen, maar dit niet had gedaan. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat de verdachte geen andere uitweg had dan het plegen van het strafbare feit. De veroordeling van de verdachte werd daarom in stand gehouden.

Button Image

Belang van de uitspraak

Deze uitspraak van de Hoge Raad onderstreept het belang van een zorgvuldige en grondige beoordeling van een beroep op psychische overmacht. Het is niet voldoende dat een verdachte stelt onder druk te hebben gestaan; de aard en ernst van de druk moeten zodanig zijn dat de verdachte redelijkerwijs geen andere keuze had dan het plegen van het strafbare feit. De rechter moet hierbij alle omstandigheden van het geval in ogenschouw nemen, inclusief de mogelijkheden die de verdachte had om aan de druk te ontsnappen.

De uitspraak maakt duidelijk dat Artikel 39ter slechts in uitzonderlijke gevallen kan worden ingeroepen. Dit waarborgt dat de strafuitsluitingsgrond niet te gemakkelijk wordt toegepast en dat alleen diegenen die daadwerkelijk geen andere keuze hadden, worden vrijgesproken of strafvermindering krijgen.

Conclusie

Artikel 39ter van het Wetboek van Strafrecht biedt een belangrijke, maar strikt toegepaste, strafuitsluitingsgrond voor gevallen van psychische overmacht. De toepassing van dit artikel vereist een grondige beoordeling van de omstandigheden waaronder het strafbare feit is gepleegd en de mate van druk waaraan de verdachte was blootgesteld. De uitspraak van de Hoge Raad in de zaak met ECLI:NL:HR:2012:BW1474 benadrukt het belang van deze zorgvuldige beoordeling en de hoge drempel voor een geslaagd beroep op psychische overmacht. Dit waarborgt dat de strafuitsluitingsgrond alleen wordt toegepast in gevallen waarin de verdachte daadwerkelijk geen andere keuze had dan het plegen van het strafbare feit.

Plaats een reactie