012-3456789

Valsheid in muntspeciën en munt- en bankbiljetten

Artikel 210

Inleiding

Artikel 210 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat betrekking heeft op het vervalsen van documenten. Dit artikel is specifiek gericht op het vervalsen van geschriften die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 210 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 210

Artikel 210 van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om documenten te vervalsen die bedoeld zijn om als bewijs te dienen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om contracten, diploma’s, of andere officiële documenten. Het vervalsen van dergelijke documenten kan ernstige gevolgen hebben, zowel voor de persoon die het document vervalst als voor degenen die op het vervalste document vertrouwen.

De wet stelt dat iemand die een dergelijk document vervalst, kan worden gestraft met een gevangenisstraf of een geldboete. De strafmaat kan variëren afhankelijk van de ernst van de vervalsing en de gevolgen daarvan.

Letterlijke wettekst van Artikel 210

Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 210 van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 210

Hij die opzettelijk een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, vervalst of vervalst doet voorkomen, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 210 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het vervalsen van een diploma om een baan te verkrijgen. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak.

Feiten van de zaak

De verdachte had een diploma vervalst om in aanmerking te komen voor een functie waarvoor een bepaald opleidingsniveau vereist was. Het vervalste diploma werd ingediend bij de werkgever, die op basis van dit document de verdachte in dienst nam. Later ontdekte de werkgever dat het diploma vervalst was, waarna de verdachte werd ontslagen en de zaak werd voorgelegd aan de rechter.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan het vervalsen van een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, zoals bedoeld in Artikel 210 van het Wetboek van Strafrecht.

Overwegingen van de rechter

De rechter overwoog dat het diploma duidelijk een geschrift was dat bestemd was om tot bewijs van een feit te dienen, namelijk het opleidingsniveau van de verdachte. Door dit diploma te vervalsen en in te dienen bij de werkgever, had de verdachte opzettelijk gehandeld met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken.

De rechter wees erop dat het vervalsen van een dergelijk document ernstige gevolgen kan hebben, niet alleen voor de werkgever die op het document vertrouwt, maar ook voor de integriteit van het onderwijssysteem en de arbeidsmarkt. Het vertrouwen in officiële documenten is van groot belang, en het vervalsen daarvan ondermijnt dit vertrouwen.

Uitspraak

De rechter oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het vervalsen van een geschrift zoals bedoeld in Artikel 210 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een geldboete van 5000 euro.

Samenvatting van de uitspraak

In de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 werd de verdachte schuldig bevonden aan het vervalsen van een diploma om een baan te verkrijgen. De rechter oordeelde dat het diploma een geschrift was dat bestemd was om tot bewijs van een feit te dienen, en dat de verdachte opzettelijk had gehandeld met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een geldboete van 5000 euro.

Button Image

Belang van Artikel 210

Artikel 210 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het waarborgen van de integriteit van officiële documenten. Het vervalsen van dergelijke documenten kan ernstige gevolgen hebben voor individuen en organisaties die op deze documenten vertrouwen. Door strenge straffen te stellen voor het vervalsen van documenten, beoogt de wetgever het vertrouwen in officiële documenten te beschermen en de rechtsorde te handhaven.

Het is belangrijk dat iedereen zich bewust is van de ernst van het vervalsen van documenten en de mogelijke juridische gevolgen daarvan. Artikel 210 dient als een afschrikmiddel voor degenen die overwegen om documenten te vervalsen en draagt bij aan het handhaven van de integriteit van het bewijsstelsel in Nederland.

Afsluiting

Artikel 210 van het Wetboek van Strafrecht is een essentieel onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat gericht is op het bestrijden van documentvervalsing. Door strenge straffen te stellen voor het vervalsen van geschriften die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, draagt dit artikel bij aan het waarborgen van de integriteit van officiële documenten en het vertrouwen in het bewijsstelsel. De besproken gerechtelijke uitspraak illustreert de ernst waarmee de rechterlijke macht dergelijke zaken behandelt en onderstreept het belang van dit artikel in de handhaving van de rechtsorde.

Plaats een reactie