Inleiding
Artikel 223 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van het opzettelijk onttrekken van goederen aan een beslaglegging. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 223 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Simpele uitleg van Artikel 223
Artikel 223 van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om opzettelijk goederen te onttrekken aan een beslaglegging. Beslaglegging is een juridische maatregel waarbij goederen van een persoon in beslag worden genomen om een schuld te verhalen of om te voorkomen dat deze goederen verdwijnen voordat een rechter een uitspraak heeft gedaan. Wanneer iemand opzettelijk deze goederen onttrekt aan de beslaglegging, bijvoorbeeld door ze te verbergen, te verkopen of te vernietigen, maakt diegene zich schuldig aan een strafbaar feit volgens Artikel 223.
Letterlijke wettekst van Artikel 223
De letterlijke tekst van Artikel 223 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:
Hij die opzettelijk enig goed aan een door de rechter of een andere bevoegde autoriteit gelegd beslag onttrekt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 223 een rol speelt, is te vinden in de zaak met ECLI:NL:HR:2010:BM0787. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het opzettelijk onttrekken van goederen aan een beslaglegging. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak.
Feiten van de zaak
In deze zaak had de verdachte een aantal waardevolle goederen in zijn bezit waarop beslag was gelegd door de deurwaarder. De beslaglegging was uitgevoerd in het kader van een civiele procedure waarin de verdachte een aanzienlijke schuld had. Ondanks de beslaglegging besloot de verdachte om de goederen te verbergen en later te verkopen, waardoor de deurwaarder deze niet meer kon innen.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het opzettelijk onttrekken van goederen aan een beslaglegging, zoals bedoeld in Artikel 223 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de Hoge Raad
De Hoge Raad overwoog in deze zaak het volgende:
- De verdachte was op de hoogte van de beslaglegging en de juridische consequenties daarvan.
- De verdachte had opzettelijk gehandeld door de goederen te verbergen en te verkopen, met als doel deze aan de beslaglegging te onttrekken.
- De handelingen van de verdachte hadden daadwerkelijk geleid tot het onttrekken van de goederen aan de beslaglegging, waardoor de deurwaarder zijn werk niet kon uitvoeren.
Uitspraak
De Hoge Raad oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het opzettelijk onttrekken van goederen aan een beslaglegging, zoals bedoeld in Artikel 223 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een geldboete van de derde categorie.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak is van groot belang omdat het duidelijk maakt dat het opzettelijk onttrekken van goederen aan een beslaglegging een ernstig strafbaar feit is. Het bevestigt dat de rechter streng optreedt tegen dergelijke handelingen, omdat ze het rechtsproces en de uitvoering van gerechtelijke beslissingen ondermijnen. De uitspraak dient als waarschuwing voor anderen die overwegen om goederen aan een beslaglegging te onttrekken.
Samenvatting
Artikel 223 van het Wetboek van Strafrecht stelt het opzettelijk onttrekken van goederen aan een beslaglegging strafbaar. Dit artikel is bedoeld om de integriteit van het rechtsproces te waarborgen en te voorkomen dat personen hun verplichtingen ontlopen door goederen te verbergen, te verkopen of te vernietigen. De zaak met ECLI:NL:HR:2010:BM0787 illustreert hoe de rechter omgaat met dergelijke overtredingen en benadrukt het belang van naleving van beslagleggingen. De verdachte in deze zaak werd veroordeeld tot een gevangenisstraf en een geldboete, wat aantoont dat de rechter streng optreedt tegen het onttrekken van goederen aan een beslaglegging.