Inleiding
Artikel 225, Valsheid met geschriften, is een belangrijk onderdeel van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van het vervalsen van documenten en het gebruik van vervalste documenten. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 225 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 225
Artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht gaat over het vervalsen van documenten en het gebruik van vervalste documenten. Het artikel maakt onderscheid tussen twee vormen van valsheid in geschrifte:
- Het opzettelijk vervalsen of vervreemden van een document.
- Het opzettelijk gebruiken van een vervalst of vervreemd document alsof het echt en onvervalst is.
De wet stelt dat beide handelingen strafbaar zijn en dat de dader kan worden bestraft met een gevangenisstraf, een geldboete of beide. Het doel van dit artikel is om de betrouwbaarheid van documenten te waarborgen en fraude te bestrijden.
Letterlijke wettekst van Artikel 225
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 225
1. Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt, als schuldig aan valsheid in geschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van het valse of vervalste geschrift als ware het echt en onvervalst, of dat geschrift aflever, voorhanden heeft of aan een ander ter hand stelt, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het geschrift bestemd is voor zodanig gebruik.
Gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 225 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het vervalsen van een diploma en het gebruik van dit vervalste diploma om een baan te verkrijgen. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.
Feiten van de zaak
De verdachte had een diploma vervalst door de naam van een andere persoon te vervangen door zijn eigen naam. Vervolgens had hij dit vervalste diploma gebruikt om te solliciteren naar een functie bij een bedrijf. Het bedrijf had de verdachte aangenomen op basis van het vervalste diploma. Later ontdekte het bedrijf dat het diploma vervalst was en deed aangifte bij de politie.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan valsheid in geschrifte zoals bedoeld in Artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog dat de verdachte opzettelijk het diploma had vervalst met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken. De verdachte had het vervalste diploma gebruikt om een baan te verkrijgen, wat een duidelijk voorbeeld is van het gebruik van een vervalst document alsof het echt en onvervalst is.
De rechtbank stelde vast dat de verdachte wist dat het diploma vervalst was en dat hij het opzettelijk had gebruikt om een voordeel te behalen. Dit viel onder de strafbaarstelling van Artikel 225, lid 2, van het Wetboek van Strafrecht.
Uitspraak
De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan valsheid in geschrifte en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een geldboete van 5000 euro. De rechtbank hield rekening met de ernst van het delict en het feit dat de verdachte het vertrouwen van zijn werkgever had geschonden.
Samenvatting
Artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal instrument in de bestrijding van fraude en het waarborgen van de betrouwbaarheid van documenten. Het artikel stelt zowel het vervalsen van documenten als het gebruik van vervalste documenten strafbaar. De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe de rechterlijke macht dit artikel toepast in gevallen van valsheid in geschrifte. De verdachte in deze zaak werd veroordeeld voor het vervalsen van een diploma en het gebruik ervan om een baan te verkrijgen, wat resulteerde in een gevangenisstraf en een geldboete.
Reflectie
Het belang van Artikel 225, Valsheid met geschriften, kan niet genoeg worden benadrukt. Het artikel speelt een essentiële rol in het handhaven van de integriteit van documenten en het voorkomen van fraude. Door strenge straffen te stellen op het vervalsen en gebruiken van vervalste documenten, draagt de wet bij aan een betrouwbare en eerlijke samenleving. Het is van groot belang dat zowel individuen als organisaties zich bewust zijn van de gevolgen van valsheid in geschrifte en de juridische implicaties ervan.