Artikel 226, Valsheid met geschriften, is een belangrijk onderdeel van het Wetboek van Strafrecht in Nederland. Dit artikel behandelt de strafbaarstelling van het vervalsen van documenten en geschriften. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 226 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Simpele uitleg van Artikel 226, Valsheid met geschriften
Artikel 226 van het Wetboek van Strafrecht gaat over het vervalsen van documenten en geschriften. Valsheid in geschrifte betekent dat iemand opzettelijk een document of geschrift vervalst met de bedoeling om het als echt en onvervalst te gebruiken. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het vervalsen van een handtekening, het wijzigen van gegevens in een contract, of het opstellen van een geheel vals document. Het doel van deze handeling is vaak om een ander te misleiden of om onrechtmatig voordeel te behalen.
De wet stelt strenge straffen op voor valsheid in geschrifte, omdat het vertrouwen in documenten en geschriften essentieel is voor het functioneren van de samenleving. Vervalsingen kunnen ernstige gevolgen hebben, zoals financiële schade, verlies van vertrouwen en juridische complicaties.
Letterlijke wettekst van Artikel 226
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 226 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 226
Hij die opzettelijk een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 226 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het vervalsen van een koopovereenkomst voor een woning. De verdachte had de handtekening van de verkoper vervalst en de koopprijs aangepast om een lagere prijs te suggereren. Dit had als doel om de woning tegen een lagere prijs te kunnen kopen en zo financieel voordeel te behalen.
Feiten van de zaak
De verdachte, een makelaar, had een koopovereenkomst opgesteld voor de verkoop van een woning. De verkoper had de overeenkomst echter nog niet ondertekend. De verdachte besloot de handtekening van de verkoper te vervalsen en de koopprijs in de overeenkomst te verlagen. Vervolgens diende hij de vervalste overeenkomst in bij de notaris om de verkoop te laten passeren.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte schuldig was aan valsheid in geschrifte zoals bedoeld in Artikel 226 van het Wetboek van Strafrecht. De rechter moest beoordelen of de verdachte opzettelijk de handtekening had vervalst en de koopprijs had aangepast met het oogmerk om de vervalste overeenkomst als echt en onvervalst te gebruiken.
Oordeel van de rechter
De rechter oordeelde dat de verdachte schuldig was aan valsheid in geschrifte. De bewijslast was overtuigend: de handtekening van de verkoper was duidelijk vervalst en de koopprijs was zonder toestemming van de verkoper aangepast. De verdachte had opzettelijk gehandeld met het doel om de vervalste overeenkomst als echt en onvervalst te gebruiken bij de notaris.
De rechter legde de verdachte een gevangenisstraf van drie jaar op, waarvan één jaar voorwaardelijk, en een geldboete van de vijfde categorie. De rechter benadrukte in zijn uitspraak het belang van vertrouwen in documenten en geschriften en de ernstige gevolgen van vervalsingen voor de samenleving.
Samenvatting van de uitspraak
In de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 werd de verdachte schuldig bevonden aan valsheid in geschrifte volgens Artikel 226 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had opzettelijk de handtekening van de verkoper vervalst en de koopprijs in een koopovereenkomst aangepast om financieel voordeel te behalen. De rechter legde een gevangenisstraf van drie jaar op, waarvan één jaar voorwaardelijk, en een geldboete van de vijfde categorie. Deze uitspraak onderstreept het belang van vertrouwen in documenten en geschriften en de ernstige gevolgen van vervalsingen.
Belang van Artikel 226
Artikel 226, Valsheid met geschriften, speelt een cruciale rol in het waarborgen van de integriteit van documenten en geschriften in de samenleving. Het stelt strenge straffen op voor het vervalsen van documenten, wat helpt om het vertrouwen in deze documenten te behouden. Zonder dit vertrouwen zouden veel aspecten van het dagelijks leven, zoals handel, juridische transacties en administratieve processen, ernstig worden verstoord.
Het is belangrijk dat iedereen zich bewust is van de gevolgen van valsheid in geschrifte en de straffen die daarop staan. Dit helpt om dergelijke misdrijven te voorkomen en de integriteit van documenten en geschriften te waarborgen.
Afsluitende opmerkingen
Artikel 226, Valsheid met geschriften, is een essentieel onderdeel van het Wetboek van Strafrecht dat helpt om de integriteit van documenten en geschriften te waarborgen. Door strenge straffen op te leggen voor het vervalsen van documenten, draagt dit artikel bij aan het vertrouwen in deze documenten en de goede werking van de samenleving. De besproken gerechtelijke uitspraak illustreert de ernst van dit misdrijf en de gevolgen voor degenen die zich eraan schuldig maken.