012-3456789

Verlating van hulpbehoevenden

Artikel 255

Inleiding

Artikel 255 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat zich richt op de bescherming van minderjarigen tegen ontvoering. Dit artikel stelt strafbaar het onttrekken van een minderjarige aan het wettig gezag of aan het toezicht van degene die krachtens de wet of rechterlijke uitspraak met het toezicht is belast. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 255, gevolgd door de letterlijke wettekst en een samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 255

Artikel 255 van het Wetboek van Strafrecht maakt het strafbaar om een minderjarige weg te nemen of te verbergen zonder toestemming van de persoon die wettelijk verantwoordelijk is voor de zorg en het toezicht over die minderjarige. Dit kan bijvoorbeeld een ouder, voogd of een andere wettelijk aangewezen verzorger zijn. Het doel van dit artikel is om de veiligheid en het welzijn van minderjarigen te waarborgen door te voorkomen dat zij zonder toestemming van hun wettelijke verzorgers worden meegenomen of verborgen.

Letterlijke wettekst van Artikel 255

De letterlijke tekst van Artikel 255 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

Hij die opzettelijk een minderjarige onttrekt aan het wettig over hem gestelde gezag of aan het opzicht van degene die krachtens wettelijk voorschrift of rechterlijke uitspraak met het opzicht over die minderjarige is belast, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.

Button Image

Gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 255 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een vader beschuldigd van het onttrekken van zijn minderjarige dochter aan het wettig gezag van de moeder, die door de rechter was aangewezen als de primaire verzorger.

Feiten van de zaak

De vader had zijn dochter meegenomen naar het buitenland zonder toestemming van de moeder, die het wettig gezag over de dochter had. De moeder had de rechter verzocht om de vader te veroordelen op grond van Artikel 255 van het Wetboek van Strafrecht. De vader beweerde echter dat hij handelde in het belang van zijn dochter en dat hij geen kwaad in de zin had.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de vader opzettelijk de minderjarige dochter had onttrokken aan het wettig gezag van de moeder, zoals bedoeld in Artikel 255 van het Wetboek van Strafrecht.

Overwegingen van de rechter

De rechter overwoog de volgende punten bij het nemen van zijn beslissing:

  • De vader had zonder toestemming van de moeder en zonder rechterlijke goedkeuring de dochter meegenomen naar het buitenland.
  • De moeder had het wettig gezag over de dochter en was door de rechter aangewezen als de primaire verzorger.
  • De vader had geen bewijs geleverd dat hij handelde in het belang van de dochter of dat er sprake was van een noodsituatie die zijn handelen rechtvaardigde.

Uitspraak

De rechter oordeelde dat de vader opzettelijk de minderjarige dochter had onttrokken aan het wettig gezag van de moeder. De vader werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een geldboete van de vierde categorie.

Samenvatting van de uitspraak

In de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 werd een vader veroordeeld voor het onttrekken van zijn minderjarige dochter aan het wettig gezag van de moeder. De vader had zijn dochter zonder toestemming van de moeder meegenomen naar het buitenland. De rechter oordeelde dat de vader opzettelijk had gehandeld en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een geldboete van de vierde categorie. Deze uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de wettelijke regels met betrekking tot het gezag over minderjarigen en de bescherming van hun welzijn.

Button Image

Afsluitende opmerkingen

Artikel 255 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in de bescherming van minderjarigen tegen ontvoering en onttrekking aan wettig gezag. Het artikel stelt duidelijke grenzen en sancties voor degenen die deze regels overtreden. De besproken gerechtelijke uitspraak illustreert hoe de rechterlijke macht deze wet toepast om de rechten en het welzijn van minderjarigen te waarborgen. Het is van groot belang dat ouders en verzorgers zich bewust zijn van deze wettelijke bepalingen en zich eraan houden om de veiligheid en het welzijn van minderjarigen te beschermen.

Plaats een reactie