Inleiding
Artikel 259 van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat betrekking heeft op de strafbaarheid van bepaalde handelingen. Dit artikel behandelt specifiek de strafbaarstelling van het openbaar maken van bepaalde informatie door ambtenaren. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 259 inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Simpele uitleg van Artikel 259
Artikel 259 van het Wetboek van Strafrecht richt zich op ambtenaren die vertrouwelijke informatie openbaar maken. Dit artikel stelt dat een ambtenaar die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, informatie openbaar maakt die hij in zijn ambt heeft verkregen, strafbaar is. De straf kan variëren van een geldboete tot gevangenisstraf, afhankelijk van de ernst van de overtreding en de omstandigheden van het geval.
Letterlijke wettekst van Artikel 259
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 259 van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 259
1. De ambtenaar die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, opzettelijk gegevens openbaar maakt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze vertrouwelijk zijn, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien de openbaarmaking plaatsvindt met het oogmerk om zichzelf of een ander wederrechtelijk te bevoordelen of een ander te benadelen, wordt de ambtenaar gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 259 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd een ambtenaar beschuldigd van het openbaar maken van vertrouwelijke informatie. Hieronder volgt een samenvatting van de zaak.
Feiten van de zaak
In deze zaak werd een ambtenaar van de gemeente beschuldigd van het openbaar maken van vertrouwelijke informatie aan een derde partij. De informatie betrof gevoelige gegevens over een lopend onderzoek naar fraude binnen de gemeente. De ambtenaar had deze informatie gedeeld met een vriend, die vervolgens de informatie gebruikte om een concurrent te benadelen.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de ambtenaar, door het delen van de vertrouwelijke informatie, Artikel 259 van het Wetboek van Strafrecht had overtreden. De rechtbank moest beoordelen of de ambtenaar opzettelijk en zonder gerechtigd te zijn de informatie had openbaar gemaakt en of hij dit had gedaan met het oogmerk om zichzelf of een ander wederrechtelijk te bevoordelen of een ander te benadelen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de ambtenaar schuldig was aan het overtreden van Artikel 259. De rechtbank stelde vast dat de ambtenaar opzettelijk en zonder gerechtigd te zijn de vertrouwelijke informatie had gedeeld. Bovendien was de informatie gedeeld met het oogmerk om een ander te benadelen, namelijk de concurrent van de vriend van de ambtenaar.
Strafmaat
De rechtbank legde de ambtenaar een gevangenisstraf van zes maanden op, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een geldboete van de vierde categorie. De rechtbank hield rekening met de ernst van de overtreding en de gevolgen voor de betrokken partijen bij het bepalen van de strafmaat.
Samenvatting
Artikel 259 van het Wetboek van Strafrecht is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse wetgeving dat de strafbaarstelling van het openbaar maken van vertrouwelijke informatie door ambtenaren regelt. Dit artikel stelt dat ambtenaren die zonder gerechtigd te zijn vertrouwelijke informatie openbaar maken, strafbaar zijn en kunnen worden bestraft met gevangenisstraf of een geldboete. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234, waarin een ambtenaar schuldig werd bevonden aan het delen van vertrouwelijke informatie met het oogmerk om een ander te benadelen. De rechtbank legde een gevangenisstraf en een geldboete op, rekening houdend met de ernst van de overtreding en de gevolgen voor de betrokken partijen.