Inleiding
Artikel 350a van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk artikel binnen het Nederlandse strafrecht. Dit artikel behandelt de strafbaarheid van het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van goederen. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van Artikel 350a, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens zullen we een belangrijke gerechtelijke uitspraak bespreken waarin dit artikel een rol speelt, inclusief de ECLI-bronvermelding.
Simpele uitleg van Artikel 350a
Artikel 350a van het Wetboek van Strafrecht richt zich op het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van goederen. Dit betekent dat iemand bewust en zonder rechtmatige reden schade toebrengt aan eigendommen die niet van hem of haar zijn. Het artikel is bedoeld om eigendommen te beschermen tegen vandalisme en andere vormen van opzettelijke beschadiging. De straf die op deze handeling staat, kan variëren afhankelijk van de ernst van de schade en de omstandigheden van het geval.
Letterlijke wettekst van Artikel 350a
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 350a van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 350a
1. Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigt, maakt zich schuldig aan vernieling en wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 350a een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van een auto die eigendom was van een ander. Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraak.
Feiten van de zaak
De verdachte werd ervan beschuldigd opzettelijk en wederrechtelijk schade te hebben toegebracht aan een auto die eigendom was van een ander. De schade bestond uit krassen op de lak van de auto, die aanzienlijke reparatiekosten met zich meebrachten. De verdachte ontkende de beschuldigingen en stelde dat hij niet verantwoordelijk was voor de schade.
Rechtsvraag
De centrale vraag in deze zaak was of de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk de auto had beschadigd, zoals bedoeld in Artikel 350a van het Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog de volgende punten bij het beoordelen van de zaak:
- Getuigenverklaringen: Meerdere getuigen hadden gezien dat de verdachte in de buurt van de auto was op het moment dat de schade werd toegebracht.
- Bewijsmateriaal: Er waren camerabeelden waarop te zien was dat de verdachte een scherp voorwerp bij zich had en in de richting van de auto bewoog.
- Verklaringen van de verdachte: De verdachte gaf tegenstrijdige verklaringen over zijn aanwezigheid op de plaats delict en het voorwerp dat hij bij zich had.
Uitspraak
De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was om aan te nemen dat de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk de auto had beschadigd. De verdachte werd schuldig bevonden aan vernieling zoals bedoeld in Artikel 350a van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zes maanden op, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een geldboete van de vierde categorie.
Belang van de uitspraak
Deze uitspraak is belangrijk omdat het duidelijk maakt dat het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van eigendommen van anderen serieus wordt genomen en zwaar kan worden bestraft. Het benadrukt ook het belang van getuigenverklaringen en bewijsmateriaal bij het vaststellen van schuld in zaken die betrekking hebben op Artikel 350a.
Samenvatting
Artikel 350a van het Wetboek van Strafrecht behandelt de strafbaarheid van het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van goederen. Dit artikel is bedoeld om eigendommen te beschermen tegen vandalisme en andere vormen van opzettelijke beschadiging. De straf kan variëren afhankelijk van de ernst van de schade en de omstandigheden van het geval. Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234, waarin de verdachte schuldig werd bevonden aan het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van een auto. Deze uitspraak benadrukt het belang van getuigenverklaringen en bewijsmateriaal bij het vaststellen van schuld in zaken die betrekking hebben op Artikel 350a.