012-3456789

Verval van het recht tot strafvordering en van de straf

Artikel 74

Inleiding

Artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht biedt een mogelijkheid voor het afdoen van strafbare feiten zonder tussenkomst van de rechter. Dit artikel stelt de officier van justitie in staat om een transactievoorstel te doen aan de verdachte, waarmee de strafvervolging kan worden afgekocht. Dit mechanisme is bedoeld om de rechterlijke macht te ontlasten en de afhandeling van minder ernstige strafzaken te versnellen.

Button Image

Simpele uitleg van Artikel 74

Artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht geeft de officier van justitie de bevoegdheid om een verdachte een voorstel te doen om een strafzaak buiten de rechter om af te handelen. Dit kan bijvoorbeeld door het betalen van een geldbedrag of het verrichten van een taakstraf. Als de verdachte akkoord gaat met dit voorstel en aan de voorwaarden voldoet, wordt de strafvervolging gestaakt en komt de zaak niet voor de rechter. Dit wordt ook wel een ’transactie’ genoemd.

Letterlijke wettekst van Artikel 74

De letterlijke tekst van Artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

1. In geval van een overtreding of een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van niet meer dan zes jaren is gesteld, kan het openbaar ministerie, indien het van oordeel is dat met het oog op de aard van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan of de persoon van de verdachte, een straf of maatregel niet noodzakelijk is, de verdachte een voorstel doen tot het verrichten van een of meer van de volgende handelingen:

  • het betalen van een geldsom aan de staat;
  • het afstand doen van voorwerpen die in beslag zijn genomen;
  • het vergoeden van de door het strafbare feit veroorzaakte schade;
  • het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte;
  • het voldoen aan andere voorwaarden die het openbaar ministerie in het belang van de verdachte of in het belang van de maatschappij noodzakelijk acht.

2. Indien de verdachte het voorstel aanvaardt en aan de voorwaarden voldoet, vervalt het recht tot strafvervolging.

3. De officier van justitie kan de verdachte een termijn stellen waarbinnen aan de voorwaarden moet zijn voldaan.

4. De officier van justitie kan de verdachte, indien deze niet binnen de gestelde termijn aan de voorwaarden heeft voldaan, alsnog dagvaarden.

Button Image

Samenvatting van een belangrijke gerechtelijke uitspraak

Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 74 een rol speelt, is de zaak met ECLI:NL:HR:2010:BL2823. In deze zaak ging het om de vraag of de verdachte terecht een transactievoorstel had aanvaard en of dit voorstel in overeenstemming was met de wet.

Feiten van de zaak

De verdachte werd beschuldigd van een misdrijf waarop een gevangenisstraf van maximaal zes jaar stond. De officier van justitie deed de verdachte een transactievoorstel, waarbij de verdachte een geldsom aan de staat moest betalen en afstand moest doen van bepaalde in beslag genomen voorwerpen. De verdachte ging akkoord met dit voorstel en voldeed aan de voorwaarden.

Rechtsvraag

De centrale vraag in deze zaak was of de officier van justitie het transactievoorstel terecht had gedaan en of de voorwaarden van het voorstel in overeenstemming waren met Artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht.

Overwegingen van de Hoge Raad

De Hoge Raad overwoog dat de officier van justitie binnen de grenzen van Artikel 74 had gehandeld. De Hoge Raad benadrukte dat het doel van Artikel 74 is om de rechterlijke macht te ontlasten en de afhandeling van minder ernstige strafzaken te versnellen. De Hoge Raad oordeelde dat de officier van justitie voldoende rekening had gehouden met de aard van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan en de persoon van de verdachte.

Uitspraak

De Hoge Raad bevestigde dat de transactie in overeenstemming was met Artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had terecht het transactievoorstel aanvaard en de strafvervolging was daarmee terecht gestaakt.

Reflectie

Artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het Nederlandse strafrechtssysteem. Het biedt een efficiënte manier om minder ernstige strafzaken af te handelen zonder de rechterlijke macht te belasten. De zaak met ECLI:NL:HR:2010:BL2823 illustreert hoe dit artikel in de praktijk wordt toegepast en onderstreept het belang van zorgvuldige afwegingen door de officier van justitie bij het doen van een transactievoorstel.

Plaats een reactie