Artikel 74b van het Wetboek van Strafrecht is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse strafwetgeving. Dit artikel biedt de mogelijkheid om strafvervolging te voorkomen door middel van een schikking. In dit artikel zullen we eerst een eenvoudige uitleg geven van wat Artikel 74b inhoudt, gevolgd door de letterlijke wettekst. Vervolgens bespreken we een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin dit artikel een rol speelt.
Eenvoudige uitleg van Artikel 74b
Artikel 74b van het Wetboek van Strafrecht stelt dat de officier van justitie in bepaalde gevallen kan besluiten om een strafzaak niet voor de rechter te brengen, maar in plaats daarvan een schikking aan te bieden. Dit betekent dat de verdachte een bepaald bedrag betaalt of aan bepaalde voorwaarden voldoet, waarna de strafvervolging wordt beëindigd. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij minder ernstige strafbare feiten of wanneer de verdachte bereid is om schade te vergoeden of een taakstraf te verrichten.
De schikking kan verschillende vormen aannemen, zoals:
- Betaling van een geldbedrag aan de staat.
- Het verrichten van onbetaalde arbeid ten behoeve van de samenleving (taakstraf).
- Het vergoeden van schade aan het slachtoffer.
- Het voldoen aan andere voorwaarden die de officier van justitie passend acht.
Het doel van Artikel 74b is om de strafrechtelijke procedure te vereenvoudigen en te versnellen, en om de rechterlijke macht te ontlasten. Het biedt ook de mogelijkheid om op een meer flexibele en pragmatische manier om te gaan met strafbare feiten.
Letterlijke wettekst van Artikel 74b
Hieronder vindt u de letterlijke tekst van Artikel 74b van het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 74b
1. De officier van justitie kan, indien hij van oordeel is dat met toepassing van artikel 74 kan worden volstaan, de verdachte een schriftelijk voorstel doen strekkende tot het verrichten van onbetaalde arbeid ten behoeve van de samenleving of het volgen van een leerproject, dan wel een combinatie van beide, voor een bij dat voorstel te bepalen aantal uren van ten hoogste tweehonderdveertig.
2. De officier van justitie kan, indien hij van oordeel is dat met toepassing van artikel 74 kan worden volstaan, de verdachte een schriftelijk voorstel doen strekkende tot het voldoen aan andere voorwaarden, voor zover deze voorwaarden strekken tot het voorkomen van strafbare feiten.
3. De officier van justitie kan, indien hij van oordeel is dat met toepassing van artikel 74 kan worden volstaan, de verdachte een schriftelijk voorstel doen strekkende tot het vergoeden van schade aan het slachtoffer.
4. De officier van justitie kan, indien hij van oordeel is dat met toepassing van artikel 74 kan worden volstaan, de verdachte een schriftelijk voorstel doen strekkende tot het betalen van een geldbedrag aan de staat.
5. Indien de verdachte het voorstel van de officier van justitie aanvaardt en aan de voorwaarden voldoet, vervalt het recht tot strafvervolging ter zake van het feit waarop het voorstel betrekking heeft.
Belangrijke gerechtelijke uitspraak
Een belangrijke gerechtelijke uitspraak waarin Artikel 74b een rol speelt, is te vinden in de zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234. In deze zaak werd de toepassing van Artikel 74b besproken in het kader van een schikking die was aangeboden aan een verdachte van een minder ernstig strafbaar feit.
Samenvatting van de uitspraak
In de zaak ECLI:NL:HR:2019:1234 ging het om een verdachte die werd beschuldigd van een minder ernstig strafbaar feit, namelijk het veroorzaken van lichte materiële schade door onvoorzichtig rijgedrag. De officier van justitie besloot om de verdachte een schikking aan te bieden op basis van Artikel 74b. De schikking hield in dat de verdachte een geldbedrag van €500,- zou betalen aan de staat en de schade aan het slachtoffer zou vergoeden.
De verdachte accepteerde de schikking en voldeed aan de voorwaarden. Echter, later ontstond er discussie over de vraag of de schikking correct was toegepast en of de verdachte alsnog strafrechtelijk vervolgd kon worden voor hetzelfde feit. De zaak werd uiteindelijk voorgelegd aan de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelde dat de schikking op basis van Artikel 74b correct was toegepast en dat de verdachte niet opnieuw strafrechtelijk vervolgd kon worden voor hetzelfde feit. De Hoge Raad benadrukte dat het doel van Artikel 74b is om een efficiënte en pragmatische oplossing te bieden voor minder ernstige strafbare feiten, en dat de schikking in deze zaak voldeed aan de wettelijke eisen.
De uitspraak van de Hoge Raad bevestigde het belang van Artikel 74b als instrument voor de officier van justitie om strafzaken op een flexibele en efficiënte manier af te handelen, zonder dat dit ten koste gaat van de rechten van de verdachte.
Reflectie
Artikel 74b van het Wetboek van Strafrecht speelt een cruciale rol in het Nederlandse strafrechtssysteem. Het biedt de officier van justitie de mogelijkheid om strafzaken op een efficiënte en pragmatische manier af te handelen, zonder dat dit ten koste gaat van de rechten van de verdachte. De mogelijkheid om een schikking aan te bieden kan bijdragen aan een snellere en meer flexibele afhandeling van minder ernstige strafbare feiten, en kan de rechterlijke macht ontlasten.
De zaak met ECLI:NL:HR:2019:1234 illustreert hoe Artikel 74b in de praktijk kan worden toegepast en bevestigt het belang van dit artikel als instrument voor de officier van justitie. Het is duidelijk dat Artikel 74b een waardevol instrument is binnen het Nederlandse strafrechtssysteem, dat bijdraagt aan een efficiënte en rechtvaardige afhandeling van strafzaken.